uitspanninge van het buitenleven
Het is een klein boekje met een harde omslag die los zat, en waarschijnlijk daarom was hij in de oud-papierbak terechtgekomen, maar één blik op de inhoud was genoeg om dit boekje toch even mee naar huis te nemen, en daar viel ik van de ene verbazing in de andere.
Uitspanninge van het Buitenleven is geschreven door een anonieme schrijver (aan het eind van het voorwoord staat simpelweg “De Schrijver” en het bevat geen jaartal. Ik ben er inmiddels achter dat het in 1840 is verschenen, dus een kleine twee eeuwen geleden.
Ik laat je hier de eerste paar bladzijden van de introductie lezen, die zijn al vermakelijk genoeg, en die laten je ook een klein beetje zien wat je in het boekje (ruim vierhonderd pagina’s) te wachten staat. Het gaat eigenlijk om een soort handleiding – hoe vermaak ik me als stadsmens het beste als ik me naar het platteland begeef?
Die handleiding is voor ons tamelijk verbijsterend te noemen, want in de eerste afdeling krijg je een complete cursus vogelvangen en leer je het verschil tussen een ravenkooi, een eksterkoi, vinkekooitjes, kwartelkooien, leeuwerikskooien, nachtegaalskooien enzovoorts. Vervolgens leer je hoe je met verschillende soorten netten verschillende soorten vogels vangt, en dan gaat het nog verder met strikken, vallen, knippen en “vangmiddelen van onderscheidene aard”.
Dat is wat je noemt een geheel andere manier van vrijetijdsbesteding dan we tegenwoordig gewend zijn. De tweede afdeling gaat overigens over de visvangst – die is opmerkelijk genoeg nog steeds populair. En de derde afdeling heet Botanie en gaat onder meer over de aanleg van tuinen, en is nog steeds interessant.
Kortom: een verbazingwekkend boekje dat een bijzonder tijdsbeeld geeft. In 1840 kon je je nog in het lied van het vrolijke melkmeisje verheugen en de nijvere landbouwer bij zijn arbeid gadeslaan.