Nick Hornby is een zeer Britse schrijver die we kennen doordat hij een maandelijkse rubriek in The Believer schrijft, het interessantste Amerikaanse literaire tijdschrift van dit moment. Die rubriek begint met een lijstje van de boeken die Hornby de afgelopen maand heeft gekocht, en een lijstje van de boeken die hij in diezelfde maand gelezen heeft. Afgelopen maand waren dat twee gekochte en vier andere die hij gelezen had. Wat hij er vervolgens over schrijft is altijd opmerkelijk en hij zet je ook altijd aan het denken over boeken, reputaties en waarom je een boek goed vindt (of niet). Zo schrijft hij over Truman Capote’s In Cold Blood (een klassiek “waargebeurd” misdaadverhaal) na de constatering dat het een van de invloedrijkste boeken van de afgelopen vijftig jaar is geweest: “Maar het probleem met invloedrijke boeken is dat als je die invloed hebt geabsorbeerd zonder het origineel ooit te lezen, dat het dan soms moeilijk wordt de grootsheid van de prestatie te waarderen. Ik vond In Cold Blood geweldig, maar tegelijkertijd ontglipte het me als Belangrijke Literaire Ervaring.”

In de Rommelmarkt vond ik een Nederlandse vertaling van Hornby’s roman High Fidelity en ik was na één bladzijde verkocht. Hier was een Britse schrijver aan het woord die me met zijn onderkoelde humor meteen aan het lachen kreeg, terwijl ik tegelijkertijd met grote bewondering zijn haarscherpe observaties lees. De ik-figuur in het boek noemt zichzelf een zeer gemiddelde man voor wie het leven na zijn dertigste wat teleurstellend begon te verlopen. Ik ga het verhaal hier niet vertellen, maar geef een paar citaten uit het eerste hoofdstuk, zodat je zelf kunt uitmaken of dit ook jouw humor is.

Herrie maken was een opstandig gebaar, een weinig zinvolle, maar noodzakelijke verdedigingsstelling. (Overal waar je komt kun je dat zien: jonge mensen uit de middenklasse van wie het leven teleurstellend begint te verlopen, die te rumoerig zijn in restaurants, clubs en café’s. “Kijk mij eens! Ik ben niet zo saai als je denkt! Ik weet best hoe je plezier moet maken!” Tragisch. Ik ben blij dat ik geleerd heb om thuis chagrijnig te zitten zijn.)

Het geniale, als ik het zo mag noemen, is dat ik een heleboel middelmatigheid tot een compact geheel weet te combineren. Je zou zeggen dat er miljoenen mannen zijn als ik, maar dat is niet zo. Een heleboel mannen hebben een onberispelijke smaak op muziekgebied, maar lezen niet; een heleboel mannen lezen, maar zijn echt dik; een heleboel mannen staan sympathiek tegenover het feminisme, maar hebben een belachelijke baard; een heleboel mannen hebben Woody Allens gevoel voor humor, maar lijken ook op Woody Allen.

  • Nick Hornby – High Fidelity – Uitgeverij Atlas

Als je nu een abonnement op The Believer neemt (zeer aan te raden overigens) krijg je Hornby’s The Polysyllabic Spree er gratis bij. In dat boek vind je de verzamelde columns die hij voor het blad schreef.