De woonkazerne van Dreverhaven

Tot de schaarse romans uit de Nederlandse literatuur die al decennialang repertoire houden, hoort Karakter van F. Bordewijk. Inmiddels zijn er al meer dan veertig drukken over de toonbank gegaan. Het is de roman over de strijd tussen zoon Katadreuffe en vader Dreverhaven (Bordewijk had iets met merkwaardige namen) gesitueerd in het Rotterdam van de jaren dertig. Dreverhaven is een beest van een deurwaarder die zetelt in een pand in een pauperbuurt. Bij het eerste bezoek van Katadreuffe aan dit pand wordt het als volgt beschreven:

´Toen zag Katadreuffe het pand van zijn vader. Het lag op de hoek van Lange Baanstraat en Brede Straat. Een huis gezet als kazernewoning, een eeuw oud. De zijwand aan de Lange Baanstraat, acht ramen diep, buikte naar boven uit, het had een front van vijf ramen en hoog om het hele muurblok van diepbruine baksteen een zware kroonlijst, geschoord door korte binten, daarboven een dubbel dak.´

Hierbij voor het eerst in de literatuurgeschiedenis een foto van dit pand (tel de ramen maar). Een pand dat echt op die plek stond, tot het bombardement van Rotterdam het in 1940 wegvaagde.

de woonkazerne van dreverhaven

De woonkazerne van Dreverhaven.


Tegenover de woonkazerne van Dreverhaven

Hierboven stonden we ons samen met Katadreuffe te vergapen aan de woonkazerne van Dreverhaven. Maar zoals er staat (in mijn exemplaar  – de TV-editie van 1971 – bladzij 100): ´Katadreuffe ging niet aanstonds binnen. (…) Katadreuffe stond midden in de armoe. (…) In zijn rug lag het straatje Vogelenzang, zigzaggend naar een onzichtbaar verschiet, rechts de Korte Baanstraat, en even terug een koolzwart steegje met een hol-lugubere naam van armoede: Waterhondsteeg.´

Wij draaien ons nu om en zien tegenover de woonkazerne de hoek met het Vogelenzang. Vervolgens kijken wij het Vogelenzang in. Van de Waterhondsteeg rest slechts een relatief vrolijke tekening uit ongeveer 1930 (zie linkerkolom). Kennelijk was het steegje te beroerd om gefotografeerd te worden. Bordewijk die een bizar fantast in eigennamen was (zie alleen maar Dreverhaven en Katadreuffe) moet verrukt geweest zijn dat de topografische werkelijkheid hem bediende met  namen als Vogelenzang en Waterhondsteeg.

hoek vogelenzang tegenover dreverhaven...

vogelenzang...

Hans Schoen

(wordt vervolgd)