Louis Paul Boon beschouw ik als een zeer groot schrijver. Als ik zou zeggen dat ik hem een van de beste Nederlandstalige schrijvers vind zou ik hem tekort doen, want ik vind hem echt van absolute wereldklasse, van het niveau van een Gabriel Garcia Marquez of een Mario Vargas Llosa. Het is dan ook verbazingwekkend dat Boon bij de verkiezing van De Grootste Belg nieteens de top tien gehaald heeft.

Boon schreef niet alleen fantastische romans en verhalen, maar hij schreef ook jarenlang een dagelijkse column die een heel klein beetje te vergelijken is met de Kronkels van Carmiggelt, al gaat Boon vaak dieper, en slaat hij soms extreme zijpaden in. Iemand vergeleek zijn Boontjes wel met de Essays van Michel de Montaigne, en daar zit wel wat in, vind ik. Wat in de Boontjes vooral ook opvalt is de ontspannen toon, en de humor. Gelukkig is een groot deel van die Boontjes door de Belgische uitgeverij Houtekiet voorbeeldig uitgegeven. Perfect vormgegeven, gebonden, met harde kaft. Helaas had alleen het eerste deel een leeslint, maar dat is een onbeduidend detail.

De Boontjes lagen helaas een paar jaar geleden in al hun glorie, acht dikke delen, bij de Slegte, voor net geen acht euro per deel. Ik heb toen meteen de hele stapel gekocht (al had ik al een paar delen). Je zult nu echt moeten speuren om ze te vinden, vrees ik.  Je hebt dan de integrale Boontjes van 1959 tot en met 1967, en je kunt zelf constateren dat de man vrijwel geen zwakke momenten had. Hij gaat zitten en schrijft, en het is altijd de moeite van het lezen waard. Opmerkelijke observaties, gedachtenkronkels, flarden verhaal, goedgekozen citaten, dagboekfragmenten en geweldig geschreven stukken proza wisselen elkaar af, en aan het eind van de rit vind je het jammer dat er niet nog meer is.

Uitgeverij Houtekiet moest er na het achtste deel helaas mee stoppen vanwege financiële problemen, maar er schijnen nog vele ongepubliceerde stukjes te sluimeren in de archieven…
Hier het allereerste Boontje, uit 1959:

het eerste boontje...