louis paul boon - boontjes 1968
Mocht je De Ontdekking van de Hemel van Harry Mulisch of Het Verdriet van België van Hugo Claus de grootste meesterwerken van de Nederlandstalige literatuur vinden, wat veel recensenten schijnen te vinden, dan moet je nodig eens wat gaan lezen van Louis Paul Boon, en dan te beginnen met het tweeluik De Kapellekensbaan / Zomer te Ter-Muren. Het is het verhaal van Ondine, dat speelt ergens in de negentiende eeuw, maar tegelijk ook in de twintigste. Het is niet alleen het verhaal van Ondine, maar ook het verhaal van een hele rits mensen om haar heen, en het verhaal van de opkomst van het socialisme. En dat alles geschreven in proza dat sprankelt van begin tot eind, waar de vitaliteit van afspat, terwijl de weemoedigheid steeds op de loer ligt. Boon schrijft op een manier die we experimenteel zouden kunnen noemen, maar die door de meeslepende manier waarop Boon ons het verhaal in trekt nergens vreemd of geforceerd aandoet. Als lezer moet je wel wakker blijven, maar dat geldt bij elk goed boek. De Kapellekensbaan is een meesterwerk zoals je ze niet vaak tegenkomt, en als je eenmaal door deze boeken gegrepen bent wil je werkelijk alles van Boon lezen.
En daar komen we bij de Boontjes terecht, de columns die Boon schreef voor het Gentse dagblad Vooruit (dat nu De Morgen heet). De toon van de Boontjes is licht en ontspannen, maar dat is tegelijkertijd ook het bedrieglijke, want elk Boontje is raak, zelfs als hij ogenschijnlijk wat anecdotes overtikt maakt Boon er nog wat bijzonders van en geeft hij er nog een stukje diepgang of een rare draai aan.
Het opmerkelijke aan Boon is dat zijn oeuvre, inclusief de Boontjes, zich op hetzelfde niveau bevindt als dat van iemand als Marquez of Vargas Llosa, waarbij we zelfs nog kunnen aantekenen dat Boon waarschijnlijk nog vernieuwender en veelzijdiger was dan de meeste Nobelprijswinnaars voor literatuur, maar dat hij merkwaardig genoeg nooit helemaal serieus genomen lijkt te zijn door de literaire elite. Of dat te maken heeft met zijn ietwat boerse uitstraling van “gewone man die graag een pintje pakt”, waarbij hij zichzelf vrij extreem kon relativeren, dat weet ik niet, maar als je hem gaat lezen ben je al snel om, ook en vooral bij de Boontjes.
De Boontjes doen soms wat denken aan de Kronkels van Carmiggelt, maar bedenk dan dat Carmiggelt alleen die Kronkels schreef, terwijl Boon die Boontjes er gewoon bij deed, naast zijn literaire boeken, zijn beeldende kunst en ander werk (radio, televisie). Ze meanderen ook alle kanten op, en gaan van verhalen over kennissen, oude vrienden en familie tot stukjes over zijn boeken, probeersels, schetsen en aanzetten, observaties die altijd bijzonder scherp en raak zijn, waarbij hij de ander met liefde en zeer raak weet neer te zetten, met al zijn sterke en zwakke kanten en kantjes.
Wat bijzonder is aan de Boontjes is de onverwachte diepgang – ze lijken snel en ontspannen geschreven, “uit de mouw geschud” bijna, maar ze zijn altijd raak en er staan altijd wel een paar zinnen tussen die je op doen veren.
Nu was het zo dat de Boontjes integraal werden uitgegeven door Uitgeverij Houtekiet, maar dat daar na acht kloeke delen helaas een einde aankwam, omdat de subsidie stopte – het geld was op.
Gelukkig is nu, na tien jaar, het volgende deel, met de Boontjes van het jaar 1968, alsnog verschenen, dankzij het Louis Paul Boon Genootschap. De vormgeving is voor een groot deel overgenomen (daarover later nog even kort) en alle Boontjes zijn integraal opgenomen, en dat is nog het beste nieuws, want we kunnen ook nu weer constateren dat Boon werkelijk geen enkele slechte column geschreven heeft. Zelfs als hij een iets mindere dag had is zijn stukje nog een genot om te lezen. Ik zou dan ook geen enkel Boontje willen missen.
Het vooruitzicht dat het Louis Paul Boon Genootschap ons schetst (nog tien van deze kloeke delen) is dan ook buitengewoon plezierig – en het is het beste literaire nieuws van dit jaar.
Nog wat detailkritiek: de vorige acht delen waren perfect vormgegeven en op perfect papier gedrukt. Helaas is deze vormgeving maar gedeeltelijk overgenomen – het formaat is in orde en het is een gebonden boek geworden, maar het papier is helaas van een andere kwaliteit, stugger en harder, en de letter is minder prettig leesbaar. Door het papier ligt het boek iets minder lekker in de hand. Daar staat tegenover dat bij elk stukje nu voetnoten zijn toegevoegd. En nog een klein kritiekpuntje: de dag van de week is nu weggevallen. In plaats van “vrijdag 16/5” staat er nu “21 mei 1968”. Daar kan het jaartal wel weer weg, en de dag graag weer terug in de volgende delen. Het zijn details, maar ze maken het lezen net nog iets aangenamer.
Het gaat uiteindelijk om de inhoud, en uren Boontjes, daar kan weinig tegenop.
-
Louis Paul Boon – Boontjes 1968 – Roelants v/h De Oude Mol en Stichting Isengrimus – ISBN 978-90-815805-2-6 – gebonden, linnen met stofomslag, 430 pp, € 27,50
-
Bestel het boek hier bij een bekende webwinkel: Boontjes 1968
uit Boontjes 1968, Roelants v/h de Oude Mol en Stichting Isengrims 2014