
u zult versteld staan van onze beweeglijkheid
Dave Eggers werd in één klap bekend met het boek Een hartverscheurend verhaal van duizelingwekkende genialiteit. Het was niet alleen een prachtige roman, ook alles eromheen was schitterend en intrigerend. Het deed op een of andere manier denken aan het blad Furore van Piet Schreuders dat altijd vol staat met ogenschijnlijk onbelangrijke feitjes en verhaaltjes, maar dat je toch altijd weer van begin tot eind wilt lezen, tot en met het colofon en andere kleine lettertjes, want je weet dat ook daar onverwachte zaken te vinden zijn. Zowel Schreuders als Eggers maken humor voor de kommaneuker, zal ik maar zeggen. Zo staat er boven de tekst op de eerste binnenflap “geschrapt uit hoofdstuk 5”. Verder begint het boek met “Richtlijnen en suggesties om van dit boek te genieten”, gevolgd door een “voorwoord bij deze uitgave”, een uitgebreide inhoudsopgave, een “verantwoording” van dertien pagina’s, een “onvolledige leidraad betreffende symbolen en metaforen”, en als je dan een beetje uitgelachen bent kun je eindelijk beginnen aan hoofdstuk Een.
Het tweede boek van Dave Eggers heet U zult versteld staan van onze beweeglijkheid en begint meteen op het kaft met de tekst die je hier rechts kunt lezen, en gaat meteen door als je het boek openslaat, dus op de pagina’s die normaal leeg zijn om je rustig en kalm het boek in te leiden. De samenvatting van het boek staat onder deze kolom, en het is wederom een schitterend verhaal geworden. Tenenkrommend af en toe, aandoenlijk soms, maar vooral heel erg leuk, en je blijft dan ook lezen. Een prachtig boek.
Het boek is in Amerika niet in de boekhandel verkrijgbaar, je kunt het alleen bestellen via de website van Eggers’ fascinerende tijdschrift McSweeneys. Voor Europeanen ondoenlijk vanwege de extreem hoge portokosten (20 euro voor het boek plus 55 euro voor de verzending…), maar het boek is nu in een prima vertaling in Nederland gewoon in de boekwinkel te koop. De absolute aanrader voor de komende donkere winteravonden.
Knusliteratuur met een rafelrandje.
alles hierbinnen speelt zich af nadat jack gestorven was en voordat mijn moeder en ik verdronken in de koele, looizuurkleurige rivier guaviare in het oosten van de binnenlanden van columbia, met veertig inlanders die we nog niet hadden ontmoet, op een brandende veerpont. het was een heldere, oogblauwe dag, die dag, net als de eerste dag van dit verhaal, een paar maanden geleden in januari, aan de noordkant van chicago, in de weelderige schaduw van wrigley en met de wind die laag het grillige, halfbevroren meer afzocht. ik was binnen, had het heel warm, en liep van deur naar deur.