louis paul boon boontjes 1970
© Erven Louis Paul Boon 2016
Louis Paul Boon had in de Belgische krant Vooruit zijn eigen hoekje, waarin hij dagelijks een Boontje publiceerde, te vergelijken met de Kronkels van Carmiggelt, al was Boon veelzijdiger – hij maakte vaak al wat schetsen die later in zijn romans terecht kwamen, hij verwerkte er opmerkingen en briefjes van lezers in (wat Carmiggelt overigens ook regelmatig deed), beschreef, als hij een dag wat minder geïnspireerd was, de inhoud van de wat luchtiger boeken die zijn eigen uitgever had uitgebracht, maar vooral ging het veel over zijn alledaagse beslommeringen.
Zijn overpeinzingen kwamen vaak direct voort uit de gebeurtenissen in zijn dagelijkse leven, en dat levert regelmatig juweeltjes van columns op, zoals wanneer hij een paar Boontjes wijdt aan de dood van Nonkel Sjarel, een oom waarvan hij pas na diens dood ontdekt dat hij eigenlijk een verzetsheld was geweest.
De echte grote gebeurtenissen in de wereld van 1970 komen nauwelijks aan bod, hoewel we toch aan het eind van de roemruchte jaren zestig zitten, en het er in de wereld allemaal wat rumoerig aan toegaat. Boon verwijst wel naar de vrijheid van meningsuiting die nogal werd ingeperkt in Polen en Tsjecho-Slowakije, heeft het over de hongersnood in Biafra, over de Mansonmoorden en ook nog over de Belgische gemeenteraadsverkiezingen, maar dat zijn feitelijk niet meer dan wat voetnoten in dit boek vol Boontjes.
De gezondheid van Boon en zijn vrouw komen geregeld aan de orde, hoewel hij het nauwelijks over zijn alcoholprobleem heeft. Zijn kleinzoon figureert regelmatig, en zijn tuin is ook nog een dankbaar onderwerp. Als ik dat zo op een rijtje zet lijkt het een onnozel boek, maar het bijzondere aan Boon is dat hij van elk stukje wel iets bijzonders weet te maken, en dat er in elk Boontje wel een zin zit die je bijblijft.
En Boon heeft gevoel voor humor. Dat blijkt onder meer uit het hilarische Boontje Telefoneren van maandag 21 september, maar ook uit het merkwaardigste Boontje uit deze jaargang, de Brief van 10/11 oktober – een volstrekt onleesbare brief van “onze lezer uit Letterhoutem”, die doet denken aan het werk van Steinberg of Roland Topor.
Boon haalt ook herinneringen op, en ook daarin is hij een bijzondere uitzondering, want ook daar wordt elk Boontje literatuur. En ook als Boon het heeft over ouder worden, over leren autorijden, en waarom hij er de brui aan geeft, dan doet hij dat op een manier die tegelijk uiterst persoonlijk en intiem is en tegelijk luchtig en met humor.
Dat maakt alle Boontjes met elkaar tot een merkwaardig soort literair gesamtkunstwerk waarin alle aspecten van de schrijver Louis Paul Boon wel een keer langskomen. Het is dan ook buitengewoon plezierig dat de Stichting Isengrimus, het Louis Paul Boon Genootschap en Boekhandel Roelants (vh De Oude Mol er nu samen voor zorgen dat er elk jaar weer een nieuwe jaargang van de Boontjes wordt uitgebracht.
Jaargang 1970 is, dat moge duidelijk zijn, wederom een absolute aanrader! Het boek is als gebonden hardcover voorbeeldig uitgebracht, met voetnoten achter elk Boontje (zodat je niet steeds tot achterin het boek hoeft te bladeren), een voortreffelijk nawoord en een register.
- Louis Paul Boon – Boontjes 1970 – Roelants (v/h de Oude Mol) en Stichting Isengrimus – ISBN 9789074241397
- Bestel het boek hier bij een bekende webwinkel: Boontjes 1970