De top-Simenons

Deze eenentwintig werken van Simenon hebben de strenge toets van de Pléiade-reeks van Galimard doorstaan:

  • Maigret en het lijk bij de sluis (1931, Le charretier de ‘La ‘Providence’)

  • Maigret en de zaak Saint-Fiacre (1932, L’affaire Saint-Fiacre); Les Fiançailles de M. Hire (1933)

  • Le Coup de lune (1933)

  • Het huis aan de overkant / Het huis aan het kanaal (1933 / 2003, La Maison de canal)

  • De man die de treinen voorbij zag gaan (1938, L’Homme qui regardait passer les trains)

  • De burgemeester van Veurne (1939, Le Bourgmestre de Furnes)

  • Les Inconnus dans la maison (1940)

  • De weduwe Couderc (1942, La Veuve Couderc)

  • Brief aan mijn rechter (1947, Lettre à mon juge)

  • Het bloedspoor in de sneeuw (1948, La Neige était sale)

  • De memoires van Maigret (1951, Les Mémoires de Maigret)

  • De dood van Belle (1952, Le Mort de Belle)

  • Maigret en de gele schoenen (1953, Maigret et l’homme du banc)

  • De horlogemaker van Everton (1954, L’Horloger d’Everton)

  • De president (1958, Le Président)

  • De trein (1961, Le Train)

  • Maigret en de keurige mensen (1962, Maigret et les braves gens)

  • De klokken van Bicêtre (1963, Les Anneaux de Bicêtre)

  • De kleine heilige (1965, Le Petit Saint)

  • De poes (1967, Le Chat)

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Caca d’oie

 

caca = dans le langage enfantin, excrément.  Larousse de poche 2003.
caca d’oie = klassieke kleur voor schoenen.

Het is begrijpelijk dat ‘de man met de gele schoenen’ gekozen is als een van de Maigretverhalen van niveau.
De titel verraadt meer van het boek dan de letterlijke vertaling ‘de man van de bank’ zou doen.  De echte reden om niet zo gelukkig te zijn met de Nederlandse titel is echter de kleuraanduiding van de schoenen. Die kleur noemden ze in Vlaanderen cacadwa.  Waarschijnlijk onveranderd uit het woordgebruik van de Franstalige Belgen overgenomen.  Of Franse schoenmakers ook deze benaming gebruiken of gebruikten weet ik niet.
De aanduiding was onder schoenmakers en schoenverkopers algemeen en werd ook door de gewone man gebruikt.  De kleur is inderdaad gelig maar het best te omschrijven door de substantie die manifest die kleur heeft – ganzepoep.   

Het dragen van kakadwa (heren)schoenen is zeker geaccepteerd, maar toch licht frivool.  Het was lange tijd een van de weinige alternatieven voor de traditionele kleuren herenschoenen : zwart, donkerblauw en donkerbruin. Kakadwa schoenen lieten zich mooi combineren met beige-achtige overjassen (paletot) die door moderne jassenverkopers ongetwijfeld camelkleurig worden genoemd. De schoenkleur is merkbaar scherper, een tikkeltje oliegroen op de achtergrond.

(Hans van Ryssen)