De Ierse schrijver Brian O’Nolan werd bekend onder zijn pseudoniem Flann O’Brien, en daarnaast schreef hij dertig jaar lang de krantencolumn “Cruiskeen Lawn” onder het pseudoniem Myles na gCopaleen. Van die columns is nu een compilatie verschenen, en dat is vierhonderd bladzijden lang puur genieten.

Myles is een taalkunstenaar, dat om te beginnen. Je moet in elk stuk dat hij schreef verdacht blijven op onverwachte woordgrapjes. Daarnaast spot hij met alles en iedereen. Zijn dialogen tussen “The Plain People of Ireland” en “Myself” zijn hilarisch, omdat hij de kunst verstaat de spot te drijven met het Ierse volk en tegelijk met zichzelf.

Myles is ook sterk in het vertellen van anecdotes. Dat is in de literaire wereld “not done”, maar Myles verheft het vertellen van een anecdote tot een ware kunst, waarbij hij als een soort extra running gag vrijwel elk sterk verhaal toeschrijft aan Keats.

Dan is er zijn Catechismus van Cliché’s, die, zeker als je in aanmerking neemt dat deze stukken veertig tot zeventig jaar geleden werden geschreven, nog opmerkelijk actueel blijkt te zijn.

Myles lezen is heerlijk, en véél Myles lezen is voor mij onvermijdelijk overgaan van grinniken tot schaterlachen. Het komt door dat onweerstaanbare “tongue-in-cheek”, het met een uitgestreken gezicht de grootst mogelijke onzin kunnen verkondigen. Droge humor, maar ik ben na één bladzijde al volkomen verkocht.

Lees zelf hiernaast de eerste bladzijde uit het boek en dan vooral de opsomming van de “snatches of talk” die hij optekent. Als je dat leuk vindt is dit boek een absolute aanrader, want het wordt verderop alleen maar leuker.

Dat Myles ook een paar stukken in voor ons onbegrijpelijk Iers schrijft en soms zelfs op het Latijn overgaat nemen we voor lief, want dit boek is bijna aan blauwdruk voor de humoristische column. Ik heb in tijden niet zo vaak en zo hard gelachen als om dit boek. Heerlijk!

• Flann O’Brien – The Best of Myles – Dalkey Archive – ISBN 978-1-56478-215-1