• Stars Appearing – Lives of Sixty-eight Saints of the Anglican Calendar – Sibyl Harton
    Een intrigerend boek met heiligenlevens, waaruit je bijvoorbeeld kunt leren dat Bonifacius eigenlijk een heel onaangename man was (“Boniface could be inflexible in his demands and rigid in discipline”) die rond zijn tachtigste eeuwige roem zocht en daardoor, zo lijkt het, de moord op zijn persoon min of meer uitlokte. Maar waar zetten we het boek neer? Bij religie, geschiedenis of tussen de biografieën?
     
  • Opmars der plagiatoren (handleiding voor de praktijk) – Hans van Straten
    Een heerlijk boekje waaruit duidelijk wordt dat ook de grotere schrijvers zich af en toe aan regelrecht plagiaat schuldig maken. Onder het kopje “literaire curiosa” maar?
     
  • Foei! Nieuwe pornografische verhalen van Nederlandse auteurs.
    Tja, pornografisch kun je deze paperback nauwelijks noemen, eerder curieus. Willem G van Maanen, Steven Membrecht, Simon Vinkenoog, Alfred Kossmann en nog een paar schrijvers van het tweede garnituur proberen op een knullige manier erotische verhalen te schrijven. Tenenkrommend, maar wel tussen de regels door een tijdbeeld schetsend. Tijd voor de nieuwe categorie “informele geschiedenis”?
     
  • Prima de Luxe! Fred Haché en Barend Servet in de vijf afleveringen van De Fred Haché Show.
    Nog een kandidaat voor “informele geschiedenis”, en anders voor het hoofdstuk “humor?”, want het gaat hier om de humor van Wim T Schippers, waar ik persoonlijk absoluut niet gevoelig voor ben. Zelfs op papier blijkt het voor mij niet te werken (de bewust knullige manier van presenteren vond ik altijd al het tegendeel van leuk, dus ik dacht dat de kale teksten misschien het geheim zouden prijsgeven, maar helaas…)
     
  • Bepááldelijk… Luns – Otto Kuijk en Martin Deelen
    Een biografische schets, zo zou je dit boekje kunnen omschrijven. Te licht en luchtig voor de afdeling “biografieën” en net niet leuk genoeg voor de afdeling “humor?” (met vraagteken, inderdaad).
     
  • Handboek voor de soldaat (uitgave 1974)
    Een curieus boekje dat je kreeg als je in dienst ging, met veel onbedoelde humor (lees het hoofdstukje “Persoonlijke hygiëne”). Informele geschiedenis? Curiosa? Humor?
     
  • De God Hai-Hai en rabarber – Met het kapmes door de jungle der moderne kunst – JM Prange.
    Prange schreef over moderne kunst voor de Telegraaf en dit is de tamelijk verbijsterende samenvatting van zijn opvattingen. Laten we het erop houden dat Prange tekeer gaat tegen alles wat niet figuratief is en dat hij dat op een ongewoon felle manier doet. Hij slaat een toon aan die begrijpelijk maakt waarom Telegraaflezers en masse riepen dat hun kleine broertje dit allemaal ook kon. Een mooi boekje voor de afdeling “humor?” zou je zeggen, maar kunst en “informele geschiedenis” zijn ook niet zo gek in dit geval.
     
  • Lichaamsoefeningen voor de Lagere School
    Een boek uit 1941, en voor mij voor een deel jeugdsentiment. “Informele geschiedenis” dus? Maar de knullige tekeningen laten je ook regelmatig in de lach schieten, dus ook hier is “humor?” zo gek nog niet.