
een leesroute of: hoe vind je goede boeken?

De verrassende top tien van Madison Smartt Bell.
De eerste bladzijde uit Herself Surprised, de trilogie van Joyce Cary, waarvan The Horse’s Mouth het derde deel is.

De eerste bladzijde uit The Beans of Egypt, Maine, van Carolyn Chute, ook het eerste deel van een trilogie.

De eerste bladzijde uit 1982, Janine van Alasdair Gray

De eerste bladzijde van Death of the Fox van George Garrett.
Ik ben al vanaf het moment dat ik kon lezen een gretig en gulzig lezer, en als ik een goede schrijver ontdek lees ik vrijwel altijd ook alle boeken die ik maar te pakken kan krijgen van die schrijver of schrijfster. Hoe je aan nieuwe boeken komt, vroeg iemand me laatst. Hoe ontdek je eigenlijk een goede schrijver? Vaak is dat een kwestie van toeval – je leest een recensie, je hoort iemand die dezelfde smaak heeft over een boek praten, je leest een eerste bladzijde in een boekwinkel, enzovoorts. Dat gaat vaak goed, maar lang niet altijd. Maar er zijn ook andere ontdekkingsroutes. Lijstjes bijvoorbeeld.
Ik kocht laatst in een rommelmarkt het boek The Top Ten, waarin schrijvers hun favoriete boeken kiezen. Ik begon die lijstjes door te nemen en dat viel me in eerste instantie een beetje tegen – het waren wel heel vaak de “usual suspects” – de grote Russische schrijvers, Don Quichotte (en ik ken eigenlijk niemand die die pil ook daadwerkelijk helemaal gelezen heeft), Moby Dick, Ulysses, enzovoorts en zo verder. Allemaal schrijvers dus die wilden laten merken dat ze niet van de straat kwamen en dat ze echt wel de juiste Grote Literatuur tot zich genomen hadden. Nu hou ik ook wel van een Rus op zijn tijd, en vond ik Ulysses veel vermakelijker dan ik vooraf gedacht had, maar toch.
En toen zag ik ineens een lijstje van de voor mij onbekende schrijver Madison Smartt Bell, en die had een wel heel ongebruikelijke titel op nummer één staan – Peter Blegvad’s Book of Leviathan, een van de meest geniale strips die er ooit gemaakt zijn. Blegvad laat zien dat je niet echt een vreselijk goed tekenaar hoeft te zijn om toch een briljante strip te kunnen maken met diepgang en humor. Die titel op één, dat maakte me meteen nieuwsgierig naar de rest van zijn lijstje, en daar stonden maar een paar bekende namen op – Mark Twain met de avonturen van Huckleberry Finn (helemaal mee eens!) en Cormac McCarthy, maar verder had ik van geen van de andere schrijvers ooit iets gelezen.
Kijk, dan ga ik meteen op speurtocht, en dat blijkt dan meteen ook een paar geweldige voltreffers op te leveren. Het eerste boek dat ik binnen kreeg was Triptych van de Iers-Engelse schrijver Joyce Cary, een kloeke pocket met de trilogie Herself Surprised, To Be A Friend en The Horse’s Mouth, en meteen bij de eerste bladzijden was ik al verkocht. De overlappende verhalen van Sara Monday, Tom Wilcher en Gulley Jimson in 768 kleinbedrukte pagina’s, waar ik dan ook handenwrijvend induik.
Nummer twee was The Beans of Egypt, Maine van de Amerikaanse schrijfster Carolyn Chute, die vertelt dat ze het onderzoek voor dit boek onvrijwillig deed: “Ik heb armoede geleefd, ik heb er niet voor gekozen. Niemand kiest voor vernedering, pijn en woede.” Meteen in de eerste paar bladzijden word je al het trailerpark van de Beans en hun overburen, de Pomerleaus, ingetrokken. Een indringend en onontkoombaar boek. De volgende delen van de trilogie staan al op mijn verlanglijstje.
De Schotse kunstenaar en schrijver Alasdair Gray schreef niet alleen 1982, Janine, hij gaf het boek ook vorm. Het is daardoor een extra uitdagend boek geworden, op een goede manier. Het gaat over macht en machteloosheid, mannen en vrouwen, meesters en bedienden, kleine en grote landen. Maar het gaat vooral over onmacht. Er zit spanning in het boek, maar ook humor, en het houdt je als lezer heerlijk scherp.
Death of the Fox van George Garrett zou je misschien een historische roman kunnen noemen, want het gaat voor een groot deel over het leven van Sir Walter Ralegh, maar het wordt breder getrokken dan dat – je krijgt een beeld van het Elizabethaanse en Jacobijnse Engeland, en het boek omspant de komst van de Tudors in 1485 tot de executie van Ralegh in 1618. Maar juist het sublieme gevoel voor detail maakt dit boek zo bijzonder.
Het is dus niet alleen die nummer één die het hem deed, want Madison Smartt Bell blijkt al net zo’n fervent en gretig lezer te zijn als ik, en dan kun je eigenlijk dat hele lijstje wel in huis halen. De kans dat hier één slecht boek tussen zit is vrijwel te verwaarlozen. Oh, en ik heb uiteraard van de schrijver zelf ook een titel besteld, want inmiddels ben ik naar zijn eigen boeken ook wel razend nieuwsgierig.
Het mooie van internet en van de internationale tweedehands boekenwereld is, dat je dit soort boeken, van vrijwel onbekende of vergeten schrijvers, echt voor een prikje kunt vinden. Ik heb voor geen enkel boek meer dan een tientje betaald tot nu toe (inclusief verzendkosten) en meestal aanzienlijk minder, en dan kreeg ik soms ook nog de hardcover (The Beans bijvoorbeeld, voor 3 euro). Voor de lezers onder ons blijft er dus hoop.