noordzij en humor
We hebben eerder al geconstateerd dat Gerrit Noordzij weliswaar een van de beste vormgevers en typografen van Nederland is, maar dat hij absoluut niet kan schrijven.
Een van zijn handicaps daarbij is het volledig ontbreken van enig gevoel voor humor. In zijn boek De Handen van de Zeven Zusters zijn verschillende voorbeelden te vinden van dat ontbreken van het gevoel voor humor. Als hij het over alfabetten heeft komen we bijvoorbeeld de alinea tegen die je hier rechts bovenaan vindt. Het begint al met de formulering “het regionale talent Battus” – dat is een wel erg flauwe formulering als je iemand af wil kraken, zeker als je iemand wil typeren die in schelden zelf zeer bedreven is. Er volgt dan een citaat uit het boek “Opperlandse taal- en letterkunde”. Voor het geval je dat boek niet kent – het staat vol met taalgrappen; opperlands is “Nederlands met vakantie”. Als je dan afsluit met de zin “Er bestaat geen Nederlands alfabet en het alfabet kent geen zevenentwintigste letter”, kan ik alleen met een diepe zucht constateren dat je, wat humor betreft, een hopeloos geval bent. Het doet me denken aan een leerkracht op de basisschool van mijn kinderen die me na de vakantie een sterk stinkende werkkast liet zien waar de dikke schimmels op de muren stonden. Ik stak mijn hoofd in de kast, snoof en riep: “Ha, heerlijk”, waarop hij geschokt reageerde met een geschrokken “Nee, juist niet!”
Wat betreft Noordzij wordt het op andere plekken nog pijnlijker als hij het gevoel heeft dat hij wel wat anecdotes kan vertellen. Die zijn eigenlijk te flauw voor woorden, maar ze worden wel ruim over pagina’s uitgesmeerd. We laten hier een voorbeeld zien. Twee anecdotes over Karel van het Reve. Een man waar toch wel aardige verhalen over te vertellen zijn, dacht ik. Afijn, lees maar.
Noordzij weet af en toe wel zinnige dingen te zeggen op een van zijn vakgebieden. Bijvoorbeeld (zie hier recht boven) over de ruimtes tussen een letter. Maar ook hier weet hij helaas niet echt boeiend zijn verhaal te vertellen.