
over de arrogantie van conny palmen
Conny Palmen schrijft literatuur. Dat vindt ze zelf, in ieder geval. Zelf bleef ik al in het eerste hoofdstuk van De Wetten steken omdat ik het boek zo verschrikkelijk beroerd geschreven vond. Het opdienen van wat pseudodiepzinnigheid, overgoten met een dramatisch sausje, is in Nederland blijkbaar genoeg om tot de hemel van de literatuur toegelaten te worden, ook als je geen fatsoenlijk, begrijpelijk Nederlands kunt schrijven (of misschien juist wel daarom). Hiernaast een kort fragment uit dat debuut van Palmen, zodat je zelf kunt oordelen over haar stijl, of liever het gebrek aan stijl.
Over smaak valt nauwelijks te twisten – ik vind naast Palmen ook Harry Mulisch niet te pruimen, en die wordt ook tot de Grote Literatuur gerekend, terwijl ik schrijvers als Tim Krabbé, Bob Frommé of AL Snijders veel hoger heb zitten. Die mannen schrijven literatuur die vermomd is als spannend verhaal of anecdotisch stukje. Maar ze kunnen in ieder geval goed schrijven, beter dan Palmen en Mulisch, wat mij betreft, en ze schrijven boeken die lang in mijn hoofd blijven nagalmen, die een blijvende indruk achterlaten. Teksten van Palmen roepen, alleen al door de beroerde manier van schrijven, vooral irritatie op. En dan hebben we het nieteens over het overdramatische gejammer dat hinderlijk uit al haar boeken opklinkt.
“Scheer je weg uit het land van de literatuur, nietsnutten” is de felle, herhaalde hartekreet van Palmen als ze het heeft over collegaschrijvers als thrillerschrijver Saskia Noort, omdat haar boeken door de uitgever worden aangeprezen als “literaire thriller”. Misschien iets te veel eer inderdaad, maar er zijn, naast Tim Krabbé, nog wel een paar thrillerschrijvers aan te wijzen die beter schrijven dan Palmen en die ik, ook vanwege de diepgang onder hun schijnbare oppervlakkigheid, wel degelijk een literaire status zou willen toekennen.
En dan zou ik graag meteen Conny Palmen, Harry Mulisch, Cees Nooteboom en nog wat collega’s met hun pretentieuze gebakken lucht uit de literaire canon willen verwijderen. Want dit soort stoffige schrijvers, die keurig het literaire toontje weten te treffen maar die verder helemaal niets te melden hebben, hebben veel minder te maken met echte literatuur dan een heleboel schrijvers die achter een schijnbaar oppervlakkige, vlotte stijl een hele literaire wereld met de nodige diepgang weten te verbergen.
Palmen is niet alleen een beroerd schrijver, ze is ook een slechte lezer, die blijkbaar alleen met een Pavlovreactie reageert als een boek op het eerste gezicht literair oogt, en die alles wat bij een eerste blik oppervlakkig oogt (thrillers, columns) meteen in het verdomhoekje plaatst. Kortzichtig en dom dus, maar dat wisten we eigenlijk al na het lezen van haar boeken.