
promots
- Het gebruikelijke aandragen van een humoristisch getinte stelling om de betrekkelijke waarde van andere stellingen te benadrukken illustreert het folkloristische element in de verplichting stellingen te poneren.
(dr JM Thijssen, KU Nijmegen, 1969)
- Door aan een proefschrift een laatste stelling van humoristische aard toe te voegen suggereert men, veelal ten onrechte, dat het voorafgaand geheel au sérieux genomen dient te worden.
(dr C Versluys, 1970)
- Geheel terecht zegt Julio Cortázar dat het een wonderlijke bezigheid is een spin een poot uit te trekken, die in een envelop te doen, daarop te schrijven: Aan Zijne Excellentie de Minister van Buitenlandse Zaken, het adres er aan toe te voegen, de trap af te springen, en de brief op de hoek van de straat op de bus te doen (zie Cortázar, J. 1967, p.96, De Mierenmoordenaar). Het afleveren van een proefschrift komt mij echter niet minder wonderlijk voor.
(Mw dr EE Abraham-van der Mark, GU Amsterdam, 1969)
- Hoewel niemand een ander iets kan leren dat hij zelf niet beheerst, proberen ouders dikwijls deze regel te overtreden bij het opvoeden van hun kinderen.
(dr ir JG Pape, TH Delft, 1969)
- Het zou de wetenschap ten goede komen wanneer meer aandacht wordt besteed aan de publicatie van negatieve resultaten.
(dr RC Roozemond, GU Amsterdam, 1969)
- Beter tien vogels in de lucht dan één in de hand.
(dr NM Postema, RU Utrecht 1970)
- In veel gevallen is de sluiting van de verpakking van eet- en drinkwaren eerder gericht op het gemak van de producent dan dat van de consument.
(dr HC Meijer, RU Leiden, 1970)
- Het verdient aanbeveling het in een nieuw overhemd verwerkte aantal spelden op de verpakking aan te geven.
(dr KW Mess, RU Leiden, 1969)
- Het hoofdthema van onze buitenlandse politiek zou moeten luiden: “overigens zijn wij van mening dat deze oorlog gestopt moet worden.”
(dr NAJ Mul, RU Utrecht, 1968)
- Het unieke van de Nederlandse cultuur kan gedemonstreerd worden door te pogen het woord “gezelligheid” te vertalen in het Frans, Duits of Engels.
(mw dr MMT Saenger-Ceha, RU Groningen, 1970)
- Het is op zijn minst opvallend dat dagbladen door wettelijke regelingen slechts zes keer per week kunnen verschijnen, terwijl de radio en televisie als concurrerende media dagelijks programma’s kunnen uitzenden.
(dr JMHJ Hemels, KU Nijmegen, 1969)
- Indien Andersen zijn sprookjes in onze tijd had geschreven waren zij grimmiger geweest.
(dr NJM Hardebol, GU Amsterdam 1970)
- Het randschrift “God zij met ons” op de gulden en zilveren rijksdaalders wordt door een niet te verwaarlozen deel van de Nederlandse bevolking als zinloos ervaren. Het verdient derhalve aanbeveling een dergelijke wens niet meer op een wettig betaalmiddel te vermelden.
(dr G Vertogen, RU Groningen 1968)
- Vele moderne woonwijken zijn eerder ontworpen om naar te kijken dan om in te wonen.
(dr RF Wielenga, RU Leiden 1968)
- Het valt te betreuren dat de componist Georg Friedrich Händel naast water niet meer oplosmiddelen heeft getoonzet.
(dr JFE van Kessel, RU Utrecht 1969)
- Het luiden van kerkklokken roept eerder kwade geesten op dan dat het deze verdrijft.
(dr ir CJ Nederveen, TH Delft 1969)
- Vele der op de Nederlandse verkeerswegen geplaatste verkeersborden vormen een bedreiging voor de verkeersveiligheid.
(dr LW Hessel, RU Leiden, 1968)
- Het zou gewoonte moeten worden bij zakenlunches een uienschoteltje te serveren.
(dr JP Kuijlman, GU Amsterdam 1969)
- Veel Nederlanders weten dat er goede en slechte voetballers zijn. Zij dienen te beseffen dat deze goed-slecht indeling ook opgaat voor medisch specialisten.
(dr J Hemmel, RU Groningen 1970)
- Ter misleiding van degenen die hun oordeel over een proefschrift uitsluitend baseren op de inhoud van de laatste stelling zou de mogelijkheid moeten bestaan geen laatste stelling te poneren.
(mw dr MCW Wurfbain-Moolenburgh, RU Leiden 1968)
Internet is ideaal als je gericht naar oude boeken zoekt – boeken die al tientallen jaren op mijn zoeklijstjes stonden vond ik de laatste jaren vrij moeiteloos, tegen zeer redelijke prijzen, door op internet rond te speuren. Toch blijven tweedehandsboekwinkeltjes en rommelmarkten net zo leuk, of misschien nog wel leuker. Dat komt doordat je er boeken ontdekt waarvan je het bestaan niet eens vermoedde, zoals Promots, een boekje dat nooit in de boekhandel verkrijgbaar is geweest. Het is een uitgave van het Instituut Voor Sociale Wetenschappen, en het bevat een keuze uit stellingen bij proefschriften.
Volgens het Academisch Statuut dient een proefschrift, waarmee gepromoveerd wordt tot doctor in een bepaalde wetenschap (vandaar het “promots” als variant op “bon mots”) “minstens zes onderscheidenlijk niet op het onderwerp van het proefschrift of het proefontwerp betrekking hebbende stellingen” te bevatten. Een opmerkelijke traditie, die in de beste gevallen zeer lezenswaardige mildhumoristische aforismen met een serieuze ondertoon oplevert. Aad van der Toorn verzamelde voor dit boekje een aantal opmerkelijke stellingen, variërend van serieus tot grappig bedoeld. En wij pikten uit die verzameling krenten een paar willekeurige exemplaren.