- een 10 voor de 10-ers het literaire debuut van koot en bie
De literaire uitgeverij Nijgh en van Ditmar gaf in de jaren vijftig en zestig regelmatig pockets uit met teksten van midelbare scholieren onder de titel “10 voor de 10-ers”. Met enig speurwerk kunnen we daarin wat debuten terugvinden van Nederlanders die later bekend werden, al was dat niet altijd als schrijver.
In de editie met een keuze uit wat er in het cursisjaar 1958-1959 is verschenen in de Nederlandse Schoolpers, die we in een rommelmarkt in een bak met boeken “vier voor een euro” vonden kwamen we onder meer het literaire debuut tegen van Maan Kneepkens, die zich later tot de schrijver Manuel Kneepkens zou ontwikkelen, bekend bij een klein publiek. Verder vinden we een kort verhaal van Annemarieke Oster, toen nog op het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam, en later toch zo verstandig om zich Annemarie te noemen, het allereerste grappige stukje proza van Paul van Vliet, en gedichten van Kees van Kooten en Wim de Bie.
Die twee gedichten van Koot en Bie lichten we er even uit, want die zijn toch wel opmerkelijk als je de verdere loopbaan van beide heren bekijkt. Ze komen uit Daltonklanken van het Daltonlyceum in Den Haag en ze missen elke vorm van humor. Ik ben eerlijk gezegd bang dat beide heren, als ze deze dichterlijke pogingen teruglezen van pubers die duidelijk dachten diepzinnige poëzie te wrochten, hun tenen spontaan ernstig gekromd in de schoenen zullen terugvinden. En dat is op zich natuurlijk wel weer grappig.
© Wim de Bie, 1958
© Kees van Kooten, 1958