
ved mehta - lodewijk brunt in folia civitatis
Voor een blinde moet het oversteken van de straat al een onmogelijke opgave zijn – wat als het leven écht ingewikkeld wordt? In Alles uit liefde – de vertaling van All for Love – kun je daarover veel te weten komen. De schrijver is Ved Mehta, die in 1934 te Lahore werd geboren. Dat was toen nog Brits Indië. Op zijn vierde kreeg hij meningitis en verloor hij het zicht. Hij heeft zich er nooit bij neer willen leggen en er zijn hele bestaan naar gestreefd een ‘gewoon leven’ te leiden. Hij is daar op een indrukwekkende manier in geslaagd, mag je zeggen. Ruim twintig jaar was hij redacteur van The New Yorker, een van de toonaangevendste bladen in de wereld. Hij maakte spraakmakende interviews en meeslepende reportages en hij schreef een reeks boeken. Met een ijzeren volhardendheid heeft hij zich omhoog gewerkt, hij slaagde er in studiebeurzen te bemachtigen voor twee van de beste universiteiten ter wereld: Oxford en Harvard.
Hoe studeer je als je niets kunt zien? Alles moet worden voorgelezen! Als rijkaard kun je daar een leger acteurs voor inhuren, maar wat te doen als je een berooide student bent? Mehta had zichzelf leren typen op een reguliere schrijfmachine, maar kon zijn eigen werkstukken nooit corrigeren. Als hij iemand wilde citeren, kon dat alleen als hij de passage uit zijn hoofd kende, met vindplaats en al – anders moest er een kennis worden ingeschakeld om het betreffende geschrift op te zoeken. In de praktijk van alledag kun je alleen schrijven met een secretaris in de buurt. Dat is bij academisch werk misschien nog te overzien, maar als je liefdesbrieven wilt versturen aan je vriend of vriendin moet je deze eveneens dicteren. Ook leuk voor zo’n pennelikker! In All for Love gaat het vooral om Mehta’s liefdesaffaires. Menige mooie meid viel als een blok in zijn armen. Waarom was hij als man onweerstaanbaar? Ze wisten zeker dat hij van hen hield om hun mooie karakter en niet alleen om hun uiterlijk, zoals andere mannen. Toch wilde Mehta nooit op zijn handicap worden aangesproken.
Onlangs was hij in Amsterdam, totaal onopgemerkt door de Nederlandse literaire journalistiek. Mijn vriendin zag hem bij Athenaeum een boek kopen. Hij zette er een opdracht in, voordat het boek werd ingepakt. Hij betaalde met een credit card. ‘Het was heel natuurlijk’, zei de vriendin achteraf, ‘ik had niet door hij blind was’.
Lodewijk Brunt in het Amsterdamse studentenblad Folia Civitatis