
laozi's dao de jing 79·80·81 - vertaald door ruud moors
79
Beantwoord haat met deugd.
Als er vrede is gesloten na een grote vijandschap,
dan is er zeker nog een restant vijandigheid over.
Vrede kan alleen ontstaan door welwillend te handelen.
De wijze mens
houdt zich aan zijn deel van de afspraak,
zonder dat hij het nodig vindt anderen te bekritiseren.
Door zich aan zijn deel van de afspraak te houden heeft hij deugd.
Als hij anderen zijn wil probeert op te leggen heeft hij geen deugd.
De hemelse dao is niet op zichzelf gericht,
en is altijd met de welwillende mens.
80
Een klein land met een geringe bevolking;
al zou je er velen van kunnen gebruiken, maak er geen gebruik van.
Zorg dat de bevolking de dood niet licht opvat, en niet de behoefte heeft ver weg te trekken.
Dat ze, hoewel ze boten en wagens bezitten, er niet in plaats nemen.
Dat ze, hoewel ze wapens en harnassen hebben, er niets mee ondernemen.
Zorg dat de mensen terugkeren tot eenvoudige gebruiken.
Als het voedsel hen smaakt,
en ze hun kleren mooi vinden,
hun situatie als vredig ervaren,
en blij zijn met hun gewoontes,
dan kunnen volkeren dicht naast elkaar bestaan,
zodat hun kippen en honden elkaar kunnen horen kakelen en blaffen,
maar vermijden ze, tot aan hun dood, elke confrontatie.
81
Oprechte woorden zijn niet mooi,
mooie woorden zijn niet oprecht.
Degene die welwillend is, discussieert niet,
degene die discussieert, is niet welwillend.
Degene die kennis heeft, is niet bezig gelijk te krijgen,
degene die bezig is gelijk te krijgen, heeft geen kennis.
De wijze mens vergaart niets voor zichzelf,
hij dient de mensen.
Hoe meer hij heeft, hoe meer hij aan de mensen geeft,
waardoor hij nog meer heeft.
De dao van de hemel is, voordeel scheppen zonder nadeel te berokkenen.
De dao van de wijze mens is, dienstbaar zijn zonder te wedijveren.
De Dao De Jing van Laozi, door Ruud Moors direct uit het klassiek Chinees vertaald.
Hierbij de laatste drie hoofdstukken van de Dao De Jing.
Hoofdstuk 79 gaat erover dat vijandigheid alleen te overwinnen valt door middel van welwillendheid. De welwillende mens zorgt er vooral voor dat hij zelf deugt, en is niet bezig anderen (qua deugdzaamheid) de maat te nemen.
Hoofdstuk 80 beschrijft de juiste houding om er, als heersende elite, voor te kunnen zorgen dat het volk niet gebruikt wordt en dat het volk tevreden is met zijn bestaan, waardoor ze niet, uit jaloezie, omringende volken zullen aanvallen.
Hoofdstuk 81 is het laatste hoofdstuk. Het bestaat uit enkele opmerkingen om dit bijzondere boek af te sluiten. Het plaatst oprechtheid boven schone schijn, welwillendheid boven het winnen van een discussie en kennis boven het vermogen gelijk te krijgen.
In de vier zinnen die daarop volgen wordt het altruïsme van de wijze mens bezongen. “Hoe meer hij heeft, hoe meer hij aan de mensen geeft, waardoor hij nog meer heeft”, is een zin die in mijn hoofd blijft haken. Met alle belangrijke dingen is dat zo. Als je liefde wilt voelen kun je niet anders dan aan iets of iemand liefde geven. Dat is de enige liefde die je voelen kan.
Als je aandacht wilt voelen kun je niet anders dan aan iets of iemand aandacht geven. Dat is feitelijk de enige aandacht die je voelen kan. Liefde noch aandacht zijn voor jezelf te vergaren. Als je alleen maar bezig bent liefde en aandacht te verkrijgen, dan zal dat nooit lukken, maar als je aandacht en liefde hebt voor anderen, pas dan bezit je ook aandacht en liefde. En hoe meer je daarvan hebt, hoe meer je aan de mensen kunt geven, waardoor je nog meer hebt.
Daarom is de methode (dao) van de wereld; voordeel scheppen zonder nadeel te berokkenen en is de methode (dao) van de wijze mens dienstbaar te zijn zonder te wedijveren.
Ruud Moors