|
zo komt er een binnen zijn horen voor zijn zien... | |||||||||||||||||||
|
Vertalingen worden in Nederland nog altijd veel meer gelezen dan de boeken in de originele taal. Soms worden boeken voortreffelijk vertaald, soms buitengewoon beroerd. Het is opmerkelijk dat soms juist de echt goede, wat moeilijker literatuur, vaak zeer slecht vertaald wordt. Zo is het hele oeuvre van Proust voor de Nederlandse lezer verknald doordat een vertaalster het boek in een wee soort Nederlands heeft omgezet waar geen doorkomen aan is.
De slechtste vertaler die we in Nederland ooit
hebben gehad voor literaire boeken was John Vandenbergh. Hij was niet alleen
de slechtste, maar waarschijnlijk ook de meest pretentieuze, want hij heeft
zich gewaagd aan echte literaire zwaargewichten als James Joyce en William
Faulkner.
Normaalgesproken is de kwaliteit van een
vertaling wat moeilijk te controleren. Het enige vergelijkingsmateriaal is
het origineel, en als niet-vertaler is het vaak moeilijk om betere
alternatieven te bieden. Van William Faulkner's Light in August kwam in de
jaren vijftig al een vertaling uit van Mr I.E. Prins-Willekes Macdonald die
we mooi naast de vertaling van Vandenbergh uit 1970 kunnen leggen.
Het is duidelijk dat de vroege vertaling ook
niet optimaal is, en woorden als "ie" zouden we nu niet meer gebruiken, maar
"prestige of geen prestige"?
Vandenbergh maakt Nederlandse zinnen die vermoeiend zijn omdat je ze twee keer moet lezen voor de betekenis tot je doordringt. Hij probeert het duidelijk allemaal mooier te maken dan het is, en de vraag is of dat wel zo verstandig is.
De verleiding is groot om maar door te gaan met citeren, maar we zullen ons beperken tot deze laatste parel der vertaalkunst:
Dat lijkt me duidelijk genoeg. Ik zou erom
kunnen schateren ("binnen zijn horen voor zijn zien") als deze
cultuurbarbaar Faulkner niet grondig voor het Nederlandse publiek had
verpest. Want een vertaling die moeizaam leest vormt een forse barričre, die
door Vandenbergh meestal ook nog van een extra drempel is voorzien door zijn
voor- en nawoorden. Een vertaler als August Willemsen warmt je daarmee op,
die zorgt dat je zin krijgt in het boek. Vandenbergh doet het anders. Voor
Faulkner's Absalom, Absalom! bijvoorbeeld schreef hij een voorwoord
dat bedoeld lijkt om de lezer grondig af te schrikken. We worden zeer
uitvoerig gewaarschuwd: Faulkner is niet alleen een moeilijke schrijver, dit
is ook nog eens een van zijn moeilijkste boeken. Wat we ons bovendien goed
moeten realiseren is dat het ook een zeer moeilijk vertaalbaar werk is. Ter
verduidelijking een letterlijk citaat:
Laat vooral die laatste zin nog een keer over je
tong rollen. Het is gewoonweg geen behoorlijk Nederlands.
Zo staat het er echt, inclusief uitroepteken!
Vandenbergh neemt zijn lezers dus duidelijk niet
serieus. Wat erger is: hij neemt ook Faulkner niet serieus. In zijn voor- en
nawoorden meent hij de schrijver herhaaldelijk bestraffend te moeten
toespreken omdat bepaalde personen naar de smaak van Vandenbergh niet
voldoende uit de verf zijn gekomen. De gotspe! Eén ding heeft hij wel bereikt: ik lees Engelstalige boeken tegenwoordig vrijwel altijd in de originele versie, en er is een wereld voor me opengegaan. Tot slot nog twee voorbeelden. Links de vertaling van Prins - Willekes MacDonald, rechts de vertaling van Vandenbergh, die ook hier weer laat zien hoe het niet moet. Wat zijn "twee klodders van handen" in vredesnaam?
|