berlijn treint
Berlijn heeft niet alleen een ondergrondse spoorlijn, de U-Bahn, maar ook een bovengrondse, de S-Bahn (voluit Stadtbahn), die van oorsprong Oostduits was. Dat kun je aan kleinigheden nog merken, al is de S-Bahn geprivatiseerd. Zo is in de U-Bahn het meeste geautomatiseerd en komen de teksten die je op elk station hoort van bandjes, in de S-Bahn staat op ieder station nog een ambtenaar in een paal te praten: “Zurückbleiben bitte!”
De meeste S-Bahnsporen lopen een heel stuk boven de grond (vaak met winkeltjes onder het spoor), maar er is ook een stuk dwars door het centrum waarin je het gevoel hebt in een tram te zitten, en je gaat op momenten ook onder de grond. Voor de U-Bahn geldt het omgekeerde – die komt regelmatig even boven de grond. Je kunt er een mooi stukje sight-seeing mee doen.
Over het algemeen is alles redelijk gemoderniseerd – op de meeste staions kun je precies zien hoelang het duurt voor de volgende trein komt, en in de treintjes kun je ook via een lichtkrant zien welk station er aankomt. Er rijden veel treinen, die lang niet altijd vol zitten.
Als je een paar dagen naar Berlijn gaat kun je het beste een Welcome Card kopen. Die is drie dagen geldig in alle openbaar vervoer, dus U-Bahn, S-Bahn en bus, en kost 21 euro.
Wat dingen die ons verder opvielen – niet alleen is er overal veel graffiti, ook zijn de ramen van alle treinstellen hevig bekrast. Verder zijn alle stations en treinen rookvrij, en zijn de stationnetjes soms echt prachtig.
Meer Berlijn: