We hebben je hier een paar idyllische wandelingen in een ongerept Harzlandschap voorgeschoteld (zie de links hier links), maar het leek ons ook goed even stil te staan bij het feit dat het hier regelmatig gaat om wat de schrijver Armando zo treffend “schuldig landschap” noemde. Hij had het over de bossen bij Amersfoort waar in de tweede wereldoorlog mensen gefusilleerd zijn, waardoor het landschap voor iedereen die dat weet altijd beladen zal blijven. Hier in de Harz gaat het om de grens tussen Oost- en West Duitsland. De sporen van het IJzeren Gordijn zijn na de hereniging zeer snel overal verwijderd, de doodlopende wegen zijn weer doorlopende wegen, en als je oppervlakkig kijkt is er niets terug te vinden uit de IJzeren Gordijntijd.

Het plaatsje Walkenried, waar wij een week waren, was in die tijd een soort van schiereiland dat als een punt in de DDR stak. Als je er twintig jaar geleden op vakantie was liep je aan vrijwel alle kanten steeds tegen prikkeldraad op. Een lugubere situatie, want de grensstrook was breed en zwaar bewaakt, vooral om de mensen uit het oosten te beletten naar het westen te vluchten. In het gehucht Tettenborn hebben vrijwilligers in drie lokalen van het dorpshuis een primitief maar indrukwekkend grensmuseum ingericht. Je vindt er een stuk van de grensafscheiding, met alle bedrading en alarmbellen en toeters er nog aan, je vindt er goed gedocumenteerde vluchtpogingen, waaronder een gelukte ballonvlucht en een mislukte vrachtwagenvlucht, waarbij de vrachtwagen was vermomd als goederentrein. Het gezin van deze laatste vluchtpoging werd betrapt, waarbij de dochter van tien in de rug geschoten werd. De vader ging voor twaalf jaar de gevangenis in, de moeder tien jaar, beide kinderen werden bij opa en oma ondergebracht.

De mensen in Walkenried en omgeving reageren allemaal vrij lakoniek – ze wisten niet beter, die grens was er al zo lang, je was er aan gewend geraakt. Ik vond het zelf vroeger als toerist allemaal behoorlijk luguber en deprimerend, met de bewakers die met het geweer in de aanslag op wachttorens stonden, blaffende honden, een desolate strook niemandsland waarvan je wist dat die vol lag met mijnen…
Het is goed dat er toch een museum is dat je de kans geeft nog even bij die periode stil te staan, want we hebben het wel over een vrij recent stuk van de Europese geschiedenis.

Er was ook een vitrine met oostduitse miniboekjes. Die bleken met de hand gemaakt te zijn voor speciale gelegenheden, bijvoorbeeld een jubileum. Je kon in een socialistische republiek natuurlijk niet met protserige cadeaus aankomen, dus bescheiden miniboekjes, met titels als “Marx en Engels over de liefde”, de Faust van Goethe in twee piepkleine deeltjes, enzovoorts. Ik heb er “Grafik in der DDR” gekocht, en vond daar toch wat verrassende kunstwerken in, zoals een man die door een muur heenbreekt. Dat leek me voor Oostduitse kunst toch behoorlijk gewaagd in die tijd, maar blijkbaar werd dat wel geaccepteerd.

de grens - het ijzeren gordijn...

hoekje in grensmuseumnagebouwde bovenste verdieping van wachttoren...