kaapstad - minivantaxi's
Het openbaar vervoer in Kaapstad is in eerste instantie voor de buitenstaander wat moeilijk te doorgronden. Je hebt bussen en treinen, maar op stations of bij bushaltes vind je nergens vertrek- of aankomstinformatie. Dan zijn er de gewone taxi’s, die half zo duur zijn als in Nederland, en je hebt de zogenaamde minivan-taxi’s, de minibusjes die op alle grotere wegen rijden. Die zijn spotgoedkoop, net als de trein overigens.
Boven de wijk Observatory langs ligt bijvoorbeeld Main Road, en als je daar op de stoep loopt wordt je elke minuut aangeschreeuwd door jongens die uit het raam van zo’n minibusje hangen en die de bestemming roepen: “Wijnberg, Wijnberg”. Als je stilstaat of je hand opsteekt wordt er gevraagd waar je heengaat, en ligt dat enigszins op de route dan kun je instappen. Eerst stappen er drie mensen uit, dus je denkt dat er genoeg ruimte is, maar als je zit stappen die drie ook weer in en zit je als haringen in een ton.
De minibustaxi’s worden ook wel grappend “Cape Town’s weapons of mass destruction” genoemd, en ze rijden dan ook niet altijd even verantwoord. Als je dat op de koop toe neemt is het een prima manier van openbaar vervoer, en je zit in een busje met soms zestien of achttien totaal verschillende mensen uit alle bevolkingsgroepen. Je geeft het geld aan het hulpje van de chauffeur (niet al te grote coupures graag) en je krijgt je wisselgeld na een tijdje weer aangereikt, soms via de andere passagiers.
Op een van onze ritten in zo’n minibusje stopte een chauffeur, reed langzaam een stukje terug en zei tegen zijn maatje “Pak die duif eens even” – die pakte de verdoofde, blijkbaar aangereden duif die op een bloembak zat. De chauffeur stopte hem in een doos voorin de bus, en Rik zei dat hij dat wel sympathiek vond, dat hij die duif ging opknappen, waarop de chauffeur, die zelf Afrikaans sprak en ons Nederlands wel kon volgen, uitlegde dat zijn vrouw zwanger was en dat ze wat extra vlees goed konden gebruiken. Rik was geschokt.
De chauffeur zit rechts, want in Kaapstad wordt links gereden, zijn maatje hangt aan de stoepkant uit het raam om passagiers te ronselen: “Wijnbuuuuuurg, Waaainbuuuuurg….”
Soms stapt het maatje ook uit om bij een paar mensen die uit een zijstraat komen te vragen of ze niet mee willen rijden. Heel vaak lukt dat ook. Het gaat hier dan ook om een buitengewoon flexibele manier van openbaar vervoer.
Dit busje was niet extreem vol – links zijn nog een paar bankjes die neergeklapt kunnen worden, waardoor elke beschikbare centimeter van het busje ook effectief gebruikt wordt. Veiligheidsriemen zijn dan niet meer nodig.