furore nr 23 januari 2018
Furore is een uniek tijdschrift waar veel recensenten zich geen raad mee blijken te weten. Als ik ergens lees dat het blad “eigenlijk nergens over gaat” denk ik dat je het niet helemaal goed begrepen hebt. Het kenmerkende van Furore is juist dat het overal over kan gaan en dat de onderwerpen volstrekt tijdloos zijn. Dat blijkt ook als je iemand bijvoorbeeld een herdruk van Furore nummer 6 in handen geeft uit 1977 (!) – het blad wordt geïnteresseerd van begin tot eind gelezen en er gaat geen belletje rinkelen. De verbazing is groot als blijkt dat het een herdruk betreft van een tijdschrift dat veertig jaar geleden werd uitgegeven.
We zijn inmiddels aangeland bij nummer 23 van de “zwevende jaargang” – januari 2018, en ja, dat betekent inderdaad dat abonnees soms jaren op het volgende nummer hebben moeten wachten, en ook in dat opzicht is Furore een uniek blad. De onderwerpen zijn weer heerlijk – op het omslag, dat op een unieke manier gestanst is, zodat je meteen kunt zien waar het over gaat, zien we de arend die op het omslag van WF Hermans befaamde schotschrift Mandarijnen op Zwavelzuur prijkte. Hermans zelf beweerde altijd dat het om een gewone meeuw ging, en juist daarom is het leuk dat Furore tot op de bodem heeft uitgezocht waar Hermans het materiaal voor zijn collages vandaan haalde en dan blijkt dat het toch echt om een arend gaat.
Waarom is dat leuk en interessant? In de eerste plaats om de vasthoudendheid en de speurderszin die tot een mooi resultaat hebben geleid, dat is al heel bevredigend, maar ook vanwege Hermans die tijdens zijn leven zo’n bullebak was dat niemand het lef had om hem tegen te spreken. Ik vermoed dat hij tot in dit soort kinderachtige details wou kijken hoe ver hij daarin kon gaan. Geen aangenaam mens, deze meneer Hermans, maar het levert wel een vermakelijk verhaal met bijbehorend beeldmateriaal op.
En dat is nog maar één voorbeeld. Als gebruikelijk zit Furore van de eerste tot de laatste pagina vol met bizarre details en kleine grappen, dus dit is een van die zeldzame tijdschriften die ik echt van kaft tot kaft lees. Superieur geouwehoer, daar is dit blad ijzersterk in, maar aan de andere kant is het ook veel meer dan alleen “tongue-in-cheek-humor”, want er staan ook bijzonder veel kleine berichten in die misschien geen acute nieuwswaarde hebben, maar die wel verrekte interessant zijn, zoals het feit dat Bommelstein in het eerste Gouden Boekje over Tom Poes voor het eerst rookvrij is. Geen pijp meer voor Heer Bommel.
Er staan veel mooie stukken in het blad, onder meer over tekenaar Mark Smeets, rond een van zijn brieven, over de te onbekend gebleven kunstenaar en boekenmaker Roland Sips (een prachtig in memoriam van Frits Marnix Woudstra), een stuk over de teloorgang van Hoppalong Cassidy (wie? koop Furore en je weet meteen zo’n beetje alles over Hoppalong!) over de foutjes in de straatnamen van San Francisco, de omslagen van een obscure pocketreeks, over het leven van Jan Tit en nog veel meer.
Furore is een van die zeldzame tijdschriften die zich daadwerkelijk niets aantrekken van de waan van de dag. Piet Schreuders en zijn medewerkers laten zich leiden door hun eigen passies en interesses, en proberen hun enthousiasmes met ons te delen, en dat lukt, elke keer weer, onder meer door de perfecte vormgeving van Schreuders en de subtiele humoristische ondertoon van het blad. Ook nummer 23 is weer een absolute aanrader.
- Furore nr 23 – janu 2018 – ISBN 9789082105834
- Bestel het blad hier bij een bekende webwinkel: Furore nr 23
© Piet Schreuders 2018 Furore