
mcsweeney's nummer 31
McSweeney’s is een verbazingwekkend tijdschrift dat vier keer per jaar verschijnt. Elk nummer ziet er anders uit, en elk nummer is goed, al zijn er altijd weer die er echt uitspringen. Bij de vorige nummers stond het verhaal weer centraal en was de vormgeving weer perfect als altijd, maar niet echt opzienbarend, nummer 31 is weer een absolute topper.
Het boek is vormgegeven als een ouderwets grootformaat, in nepleer gebonden boek. Jaarboeken uit de jaren vijftig, zoals je ze tegenwoordig niet meer ziet. Dat sluit dan ook perfect aan op de inhoud van deze aflevering, want er worden hier oude, bijna vergeten vormen van literatuur uit de kast gehaald die tegenwoordig niet of nauwelijks meer gebruikt worden. Die werden aan hedendaagse schrijvers voorgelegd met de vraag een stuk te schrijven in de vorm van bijvoorbeeld een pantoum (een dichtvorm uit een orale Maleise traditie), een Socratische dialoog, een IJslandse saga, een biji (een Chinese dichtvorm), een hoerendialoog of een senryu (een Japanse dichtvorm).
Eerst krijg je een originele tekst voorgeschoteld, en vervolgens de nieuwe versies, die bovendien worden begeleid door rode voetnoten in de kantlijn (noem je dat dan kantnoten?). Die noten voegen echt wat toe, en daardoor worden de oude vormen op een zeer effectieve manier weer echt tot leven gewekt. Zo is er onder meer een Socratische dialoog te vinden waarin Franz Kafka, Virginia Woolf, Ernest Hemingway en Charlie Chaplin met elkaar in gesprek zijn.
De voorbeeldpagina die we hier rechts laten zien komt uit een zogenaamde Consuetudinary, een soort draaiboek van een klooster, waarin alle rituelen en feestelijkheden gedetailleerd werden beschreven.
McSweeney’s is het enige tijdschrift dat ik ken die dit soort exercities organiseert en perfect uitvoert, waardoor je als lezer elke keer scherp gehouden wordt. Een abonnement is dan ook zeer aan te raden.
We hebben je een tijdje terug al de volgende nummers laten zien: