
de poezenkrant no 62, 44ste jaargang, 2017 à 2018
Op pagina 15 van de nieuwe Poezenkrant, een reportage over een poster met de tekst CAT FOUND! die ineens overal opdook waarop twee foto’s van een buidelrat zijn te zien, komen we een zin tegen uit het interview dat de Poezenkrant afnam met de bedenker van de grap, schrijfster en comédienne Jessica Lee Williamson. Het citaat kan net zo goed als motto van de Poezenkrant dienen, daarom licht ik het er hier even uit:
“I just made it to make myself laugh. I guess that is where the best art comes from at the end of the day“.
De Poezenkrant is een van de merkwaardigste tijdschriften die er bestaan, want poezen zijn altijd alleen maar de aanleiding voor “directeur” Piet Schreuders om op onregelmatige tijden een tijdschrift te maken dat vooral gespecialiseerd is in wat we hier in huis noemen “superieur geouwehoer”. Tongue-in-cheek-humor van de beste soort, die zich kan meten met de beste Britse en Belgische humor, wat mij betreft. Een aflevering van de Poezenkrant wordt door mij dan ook steevast van de eerste tot de laatste letter doorgespit, want de subtiele grapjes zitten overal verborgen.
Dat begint al op het omslag, als er met kleine lettertjes gerefereerd wordt aan de onregelmatige verschijning van het blad. Links boven staat: No. 62 (44ste Jrg.), 2017 à 2018, en in de omslagtekening staat verdekt opgesteld nog de tekst “onregelmatig sinds 1974”.
Veel ingezonden brieven, merkwaardige reportages, opmerkelijke advertenties en onopmerkelijk nieuws. Verplichte kost voor liefhebbers van subtiele humor, voor liefhebbers van goede vormgeving (Schreuders maakt er elke keer weer een juweeltje van, dus nu ook weer) en uiteraard ook voor poezenliefhebbers, al zullen die laatsten in eerste instantie wellicht wat vreemd tegen deze Poezenkrant aankijken.
Ik laat hier twee pagina’s zien, met uit elke pagina ook weer een detail, dan begrijp je misschien een beetje wat ik bedoel.