The New Yorker is het mooiste tijdschrift ter wereld. Alleen het omslag al. Geen schreeuwende koppen, geen inhoudsopgave, alleen een tekening, de titel The New Yorker, de datum en de prijs. Als je abonnee bent ontbreekt zelfs de streepjescode. En al zevenenzeventig jaar zijn die tekeningen prachtig.

Het blad is beroemd vanwege de cartoons, die door het blad zelf consequent tekeningen genoemd worden. Zelf heb ik ooit een abonnement genomen omdat ik wist dat ze tekeningen en covers van Saul Steinberg publiceerden. De tekeningen worden nog steeds het eerste bekeken, maar dan wordt het hele blad doorgespit, want The New Yorker is niet alleen visueel de moeite waard.
Alle grote schrijvers hebben wel in de New Yorker gepubliceerd, van JD Salinger tot Annie Proulx en van John Updike tot Milan Kundera. Maar ook iemand als Dave Eggers of Woody Allen vind je met enige regelmaat in The New Yorker. Kortom: veel te kijken en veel te lezen.

The New Yorker is daarnaast ook een blad dat deugt. Zo wordt Bush op dit moment buitengewoon kritisch gevolgd en worden in allerlei andere artikelen precies de vragen gesteld die je zelf ook net wou stellen.

Als je eenmaal door The New Yorker geraakt bent kun je daar de rest van je leven wel zo’n beetje mee verder. Zo las ik bijvoorbeeld zo’n twintig jaar geleden het eerste autobiografische verhaal van de blinde Indiaas/Amerikaanse schrijver Ved Mehta in The New Yorker. Inmiddels heb ik alle delen van zijn autobiografie gelezen plus een groot aantal van zijn andere boeken.
Voor het laatste verhaal van JD Salinger dat in druk verschenen is zul je echt in de New Yorker-archieven moeten duiken. Het heeft in The New Yorker gestaan maar is daarna nooit in boekvorm verschenen. Ik ben een van de weinige gelukkigen die een exemplaar van het betreffende blad bezitten en ik kan je verzekeren dat de speurtocht de moeite meer dan waard was.

Een abonnement op The New Yorker is goedkoper dan dat op een Nederlands weekblad, en tegenwoordig wordt het ook stipt op tijd bezorgd. Vroeger moest je nog wel eens een maand of drie geduld hebben, nu krijg je het nummer van deze week.
Ga ook eens kijken bij www.newyorker.com
Je kunt je via die site ook abonneren.

Ik ben zelf inmiddels zo verslaafd aan The New Yorker dat ik ook zoveel mogelijk boeken koop die over het blad gaan, en boeken van de tekenaars van het blad. En daar geniet ik dan vervolgens intens van. Zo word je nog eens ongemerkt een verzamelaar.

Op deze pagina laten we een paar willekeurige omslagen zien. Helemaal linksboven de allereerste cover, die elk jaar herhaald wordt, meteen daaronder de cover van vorige week, van de inmiddels vijfennegentig jaar oude William Steig, die nu dus ruim zeventig jaar voor het blad tekent. Daar weer onder een paar covers die laten zien dat een New Yorker cover alle kanten op kan, van poëtisch tot kritisch en nog veel meer.
Hieronder zie je een cover van de geniale Saul Steinberg, die ik zelf beschouw als de belangrijkste kunstenaar van de twintigste eeuw. Zeg nu zelf: dit is niet meteen een tekening die je op de voorkant van een weekblad verwacht.

een van de vele covers die saul steinberg voor het blad tekende