happy hooligan

Frederic Burr Opper tekende al in de voorvorige eeuw cartoons, en begon ruim honderd jaar geleden met het tekenen van strips voor kranten. In zijn strips voor de zondagse bijlage kon hij in het begin maar één steunkleur gebruiken, later kon hij in meer kleuren werken. Zijn strip Happy Hooligan, over een zwerver met een goed hart die iedereen altijd wil helpen, maar waarbij altijd alles mis gaat wat er maar mis kan gaan, stond model voor zeer veel latere strips en komische televisieseries. Opper kan dan ook als grondlegger worden beschouwd van een aantal stripcliché’s die later gemeengoed zouden worden. Zo heeft Carl Barks, de schepper van Donald Duck als stripfiguur, heel veel van Opper afgekeken. Opper was bijvoorbeeld de eerste die drie neefjes opvoerde die in drie tekstballonnetjes samen een zin uitspreken, en Happy’s cynische broer Gus doet wel erg denken aan Donalds neef Guus Geluk. Aan het eind van elke strip heeft Gus wel een mazzeltje, terwijl Happy, de eeuwige verliezer, op zijn kop krijgt (letterlijk).

Opper heeft veel meer strips gemaakt, maar ik blijf een zwak houden voor Happy Hooligan, ook al heeft hij dat idiote blikje op zijn hoofd. Van de originele strips was niets meer over, dus voor een herdruk was men aangewezen op kranten van ruim honderd jaar oud. Als je dat in aanmerking neemt is de kwaliteit van de strips in het boek dat werd uitgegeven in de serie Forever Nuts (Classic Screwball Strips) beter dan je zou verwachten. En de hernieuwde kennismaking met Happy Hooligan is een feest. Hooligan was honderd jaar geleden overigens een gewone achternaam, maar of de term hooligan ook verband houdt met de onbedoelde vernielzucht van Happy? Geen idee.

Hier rechts vind je twee strips, eerst zoals hij in de krant stond, en dan per tekening, zodat je kunt zien hoe geraffineerd de composities van Opper zijn. Hieronder nog wat slotplaatjes, en een paar voorbeelden van de neefjes.