- peter pontiac rhythm - de meester van de nachtmerrie
Peter Pontiac kreeg in september 2011 de Marten Toonderprijs uitgereikt voor zijn stripoeuvre, en tegelijkertijd kwam er bij uitgeverij Oog & Blik een perfect uitgegeven hardcover boek uit met al zijn strips. Dat is een confronterend boek geworden, want Pontiac blijkt niet alleen een meesterlijk tekenaar te zijn, maar ook de genadeloze meester van de nachtmerrie.
Pontiac begon eind jaren zestig in de eerste Nederlandse undergroundblaadjes, zoals Modern Papier van Joost Swarte, en tekende toen al lugubere strips die zich altijd aan de zelfkant van de samenleving afspeelden, met vaak het prachtige Pontiacmeisje, dat je in de eerste twee tekeningen hier rechts kunt zien, in de hoofdrol. Elke puber in de jaren zestig werd verliefd op dat meisje, maar de strips van Pontiac hadden tegelijkertijd altijd iets unheimisch en zelfs angstaanjagends.
Achteraf weten we dat de tekenaar in die periode nogal stevig aan de harde drugs was, wat een deel van de paranoia en zwartgalligheid van die eerste jaren zou kunnen verklaren, maar later, toen Pontiac de drugs had afgezworen, werd hij niet meteen het zonnetje in huis; je proeft altijd en eeuwig een hevige argwaan tegen de gehele mensheid en een uitermate sombere kijk op het leven in zijn algemeenheid en je hebt het gevoel dat hij in zijn tekeningen zijn hele leven lang een zeer hardnekkige loodzware depressie aan het bevechten is.
Dat gevecht levert schitterende strips op, want Pontiac is een fantastische tekenaar, maar als lezer moet je wel stevig in je schoenen staan, want als je niet uitkijkt kan Pontiac alles met zijn sombere blik besmoezelen en besmeuren. Zelfs een liedtekst van Raymond van het Groenewoud die je honderd keer in je onnozelheid hebt meegezongen en die volstrekt onschuldig leek krijgt bij Pontiac een duistere kant. Kijk maar eens naar de wrange illustratie die Pontiac maakte bij de zin “ze komen zelden klaar, meneer”…
Zelfs de strip die hij op verzoek maakte voor het invalide jongetje Nassir, die hier Supernassir wordt, is ondanks de felle kleuren een naargeestige superheldenstrip geworden. Joost Pollmann, de broer van de tekenaar, die eigenlijk Peter Pollmann heet, zegt in zijn voorwoord dat we ook op de humor moeten letten, en wijst dan op de “zelfkarikaturisering”, wat nog iets geheel anders is als zelfspot, want hier word je als kijker en lezer vaak ongemakkelijk van de ronduit ongelukkige en zefdestructieve Pontiac. Je leest voor een deel bijna de autobiografie van een levenslange depressie, waarbij de hoofdpersoon met de moed der wanhoop probeert er met humor nog wat van te maken.
En die humor zit wel degelijk in, maar het is wel zwarte humor, altijd weer. Kijk maar eens naar de strip waarin Robin, die stiekem al jaren verliefd is op Batman, zich heeft laten ombouwen. De lul van Batman is daar echter niet van gediend en gaat er vandoor. En ja, dat is zeker grappig, maar het is curieuze, donkere humor.
Het boek telt 365 bladzijden, en zoals je nu misschien zult begrijpen is het een behoorlijk intens boek dat je niet zomaar even op een achternamiddag uitleest. Meesterlijk is het absoluut, net zoals “Reis naar het einde van de Nacht” meesterlijk is, of de boeken van Burroughs, maar het is tegelijkertijd serieus zware kost. Niet voor watjes.
-
Peter Pontiac – Rhythm – Het Stripwerk, compleet en chronologisch 1969-2011 – Oog & Blik / Bezige Bij – ISBN 978-9054923381
-
Bestel het boek hier bij een bekende webwinkel: Pontiac Rhythm
© Peter Pontiac