
sunday funnies - strips van honderd jaar geleden, uitgegeven als krant, net als toen...
Bill Blackbeard ontdekte dat alle Amerikaanse bibliotheken en grote instituten die kranten bewaarden die weg dreigden te gooien omdat ze dachten dat ze ze voldoende hadden bewaard door ze op microfiches te zetten. Daar was Blackbeard, als fanatiek stripliefhebber, het helemaal niet mee eens, dus hij deed een verzoek uit aan alle Amerikaanse musea en bibliotheken om die kranten niet te vernietigen maar ze aan hem te geven.
Dat bleek niet zomaar te gaan, hij moest daarvoor eerst een non-profit educatieve stichting in het leven roepen. Dat deed hij, en zo verzamelde hij als de San Francisco Academy of Comic Art alle kranten die hij maar kon verzamelen, vooral gericht op de strips die er al heel vroeg in de twintigste eeuw in verschenen. Toen zijn huis uit zijn voegen barstte en hij het financieel allemaal echt niet meer op kon brengen verkocht hij zijn complete verzameling aan het Cartoon Museum en Bibliotheek van de Universiteit van Ohio.
Daar wordt van deze goudmijn gretig gebruik gemaakt, en de Sunday Funnies, die in 2011 voor het eerst verscheen, is er dankzij de verzamelwoede van die ene excentriekeling, Bill Blackbeard, al was er dan wel weer een andere fanatieke liefhebber, Russ Cochran, voor nodig die met liefde de juweeltjes uit dit immense archief ging opdiepen om het op een unieke, maar zeer voordehandliggende manier uit te geven.
Sunday Funnies komt uit op het ouderwetse, zeer grote krantenformaat, al is het gedrukt op zeer stevig papier. Elke aflevering bestaat uit drie katernen van ieder maar liefst 32 pagina’s, waardoor je bij elkaar bijna honderd bladzijden aan grootformaat strips te pakken hebt, die je te lezen krijgt zoals de eerste lezers ze ooit ook te lezen kregen, als krant.
Sunday Funnies is puur genieten, want je vindt hier in de eerste aflevering niet alleen de echte klassiekers als Krazy Kat, maar ook de zondagse afleveringen van Tarzan die Harald Foster tekende voordat hij zijn grote successtrip Prins Valiant ging tekenen – je vindt er bovendien Alley Oop, Bronc Peel (een cowboystrip, door een echte cowboy getekend…), maar ook een geweldige verrassing van George Heriman, de tekenaar van Krazy Kat, die vele andere strips tekende, maar die hier verbijstert met een paar hilarische afleveringen van Stumble Inn, want dit is Fawlty Towers, maar dan zestig jaar eerder. En dan zijn er nog wat mooie afleveringen van Gasoline Alley, die ontbraken in het boek met sundays van Walt & Skeezix, waarschijnlijk omdat ze stammen van de periode vóór Skeezix.
En er is veel meer – Wee Willy Winkies World van Lyonel Feininger bijvoorbeeld, of het krankzinnige Crazy Quilt, dat door zes of zeven tekenaars werd getekend, en dat je steeds een slag moet draaien om alles te kunnen lezen. Je begrijpt, als je deze uitgave in handen hebt, waarom de Amerikaanse zondagkranten zo gewild waren, met die Comix Section – wat een genot!
Sunday Funnies # 2 is inmiddels ook verschenen, en hier vind je onder meer zeldzaam werk van Winsor McKay (de tekenaar van Little Nemo), Frank Godwin, opnieuw Gasoline Alley en opnieuw veel verrassingen. Heerlijk. Bovendien is deel twee op iets geliger, en een tikkeltje dunner papier gedrukt, om nog meer dat oude krantengevoel te benaderen. Op deel één staat dat Sunday Funnies driemaandelijks zou verschijnen, maar het lijkt er meer op dat het een jaarlijkse uitgave zal blijken te zijn.
-
Sunday Funnies – Uitgever: Russ Cochran
Sunday Funnies wordt gedrukt op goed, stevig papier en op zeer groot formaat, en in drie katernen van ieder 32 pagina’s. Samen dus 96 bladzijden grootformaat strips, zoals ze vroeger in de krant stonden.
Bronc Peeler, een cowboystrip, getekend door een echte cowboy, zo werd ons verzekerd…
Zoekplaatje – zoek de zeven gezichten van de indianen in de bosjes…
Crazy Quilt werd getekend door zes of zeven tekenaars die hun strips op elkaar lieten aansluiten en op elkaar lieten reageren… De strip met de hond die vlucht voor de bij begint linksonder (op de helft die we hier vanwege de grootte van de pagina niet kunnen laten zien) en eindigt rechtsonder.
Let vooral op het gebekvecht tussen de hotelhouder en zijn vrouw – je kunt je bijna niet voorstellen dat John Cleese deze strip niet gekend heeft…