yves kerremans en noël slangen - de eeuw van marc sleen
De eeuw van Marc Sleen is een groot, hardcover, zeer rijk geïllustreerd boek dat zijn titel meer dan waar maakt. Want Sleenkenners Kerremans en Slangen bieden met dit bijzonder fraaie boek niet alleen een mooi overzicht van het imposante oeuvre van de unieke stripmaker die Sleen was, ze schreven ook een meer dan uitstekende, kernachtige biografie waarin ook de minder aangename kanten van deze grootmeester van de Vlaamse absurdistische humorstrip aan de orde komen. Geen hagiografie dus, maar een realistische biografie, die daardoor meteen ook een goed beeld geeft van het België in de kleine eeuw die Marc Sleens leven omspande.
Zo krijg je en passant te horen hoe Marc en twee van zijn broers door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog werden opgepakt omdat ze op zoek waren naar de oudste broer, die in het verzet zat. De broers hielden hun mond, maar bij Marc werden al zijn tanden uit zijn mond geklopt en hij kwam in een nazikamp terecht, waar hij meemaakte dat al zijn celgenoten achter elkaar gefusilleerd werden – het leverde hem een levenslange hekel aan machthebbers op.
In een andere korte passage lees je hoe een incompetente arts een keizersnede bij Sleens vrouw niet goed wist uit te voeren, waardoor Sleen’s enige zoon vlak na de geboorte overleed, en zijn vrouw nooit meer kinderen kon krijgen. Dat de arts later uit zijn beroep werd gezet zal een schrale troost zijn geweest, want Sleen beschrijft deze periode als erger dan de periode in het nazikamp.
Zijn overstap van de linkse krant Het Volk naar de Standaard was opmerkelijk, omdat de familie Sap, die deze krant vanwege collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog was kwijt geraakt, deze weer terugveroverd had, en de krant en uitgeverij een toevluchtsoord bleken voor allerlei fout volk. Sleen voelde zich daar regelmatig zeer ongemakkelijk bij, ook al werden zijn albums nu in kleur uitgebracht.
Er wordt ook uitgebreid ingegaan op Sleens vermeende racisme en vrouwonvriendelijkheid, en met name wat betreft dat laatste heeft hij zichzelf aardig in de nesten gewerkt in een paar interviews. Aan de andere kant was Petoetje de eerste jonge zwarte held in een strip – hij fungeerde in de avonturen van Nero en Co tot de komst van Adhemar als het genie in de strip – dankzij het eten van veel witlof is hij afgestudeerd als doctor in de rechten, politieke en sociale wetenschappen, terwijl hij ook nog het professoraat in de chemie en de kernenergie won. In Zuid-Afrika wilden ze Suske en Wiske wel publiceren, maar de avonturen van Nero niet, omdat Petoetje en Petatje zwarte en blanke helden waren die samen optrokken.
Marc Sleen ging vanaf de jaren zestig elk jaar op safari, omdat hij dol was op de dieren (en dan met name de vogels) van Afrika, maar hij stopte daar na zijn zeventigste mee, omdat de sfeer serieus veranderd was – “Ik ben niet bang van olifanten of leeuwen”, vertelt hij, “maar wel van het banditisme dat er welig tiert, van belhamels van dertien of veertien jaar met automatische wapens.”
Ook dat laatste is een deel van de eeuw van Marc Sleen, en als je de uitgebreide versie wil lezen (want ik heb hier maar een paar voorbeelden aangestipt uit die eeuw van Sleen) kan ik je dit boek alleen maar heel erg nadrukkelijk aanbevelen. Het bevat een portret van een uniek stripmaker, en tegelijk een portret van België en de wereld in de afgelopen kleine eeuw. En dat ook nog eens verluchtigd met een schat aan tekeningen en strips van de grootmeester van de absurdistische humor.
- Kerremans en Slangen – De eeuw van Marc Sleen – Davidsfonds Uitgeverij – hc – 356pp – € 49,99
- Bestel het boek hier bij een bekende webwinkel: De eeuw van Marc Sleen
© Yves Kerremans en Noël Slangen 2022 Davidsfonds Uitgeverij / Stichting Marc Sleen