hendrik de vriesplantsoen...

hendrik de vries

In de gemeente Haren woont momenteel nog de dichter Rutger Kopland, in het verleden heeft WF Hermans er kort gewoond, en de dichter Hendrik de Vries heeft bijna zijn hele honderdjarige leven in Haren gewoond, in een huis met een totaal verwilderde tuin. Er is nu een keurig plantsoen naar hem genoemd. Willem Wilmink was zo enthousiast over de gedichten van De Vries dat hij er zelfs zijn proefschrift over geschreven heeft en dus op Hendrik de Vries afgestudeerd is. Later heeft hij ook nog een boekje geschreven dat vooral gaat over één bepaald gedicht van de Vries, namelijk Mijn Broer.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik al maanden met de  Verzamelde Gedichten aan het worstelen ben. Deze pil met bijna 1800 pagina's aan gedichten bevat namelijk naast vele pareltjes ook de meest vreselijke staaltjes rijmelarij. De Vries is daarbij op zijn gênantst als hij de vijftigers aanvalt. Hij zag duidelijk helemaal niets in Lucebert en consorten en hakt bijna blind van woede op hun in. Een blinde vlek? Akkoord, maar wellicht zou de reputatie van de Vries naast de monumentale uitgave van de Verzamelde Gedichten ook gebaat zijn met een kleine bundel met zijn beste gedichten. Dan wordt het wat makkelijker in te zien waarom hij onder collega's nog steeds geprezen wordt.

Hierbij om te beginnen het gedicht waar Wilmink zo van onder de indruk was. We komen later nog terug op Hendrik de Vries.

Mijn broer

*

Mijn broer, gij leedt
Een einde, waar geen mens van weet.
Vaak ligt gij naast mij, vaag, en ik
Begrijp het slecht, en tast en schrik.

De weg met iepen liept gij langs.
De vogels riepen laat. Iets bangs
Vervolgde ons beiden. Toch woudt gij
Alleen gaan door de woestenij.

Wij sliepen deze nacht weer saam.
Uw hart sloeg naast mij. 'k Sprak uw naam
En vroeg, waarheen gij gingt.
Het antwoord was:
'.... Te vreselijk om zich in te verdiepen.
Zie: 't Gras
Ligt weder dicht met iepen
Omkringd.'

terug naar de startpagina van moors magazine