
jules beck - de eerste zwitserse hooggebergtefotograaf
Jules Beck was de eerste fotograaf die echt de bergen van Zwitserland introk om met zijn grote platencamera foto’s te maken. Je kunt je tegenwoordig bijna niet meer voorstellen wat voor zware onderneming dat geweest moet zijn, want het klimmen ging er om te beginnen al veel primitiever aan toe dan tegenwoordig, er waren onderweg veel minder rustpunten, de kleding was verre van optimaal voor de omstandigheden, en Beck had te maken met de beperkingen van de begintijd van de fotografie.
Dat betekent dat hij niet alleen die enorme, loodzware camera moest meeslepen, met een al net zo zwaar driepotig statief, maar dat er ook grote, uiterst kwetsbare glasnegatieven meegingen. Sluitertijden waren lang, dus mensen op de foto zetten was altijd wat problematisch. Je ziet dan ook regelmatig wat “geesten” op zijn foto’s staan, waar iemand zich bewogen had, of gezichten die voor de plaatsing in een tijdschrift geretoucheerd werden omdat ze te onscherp waren.
Maar de foto’s van bergen waren heel vaak verbluffend goed, zeker als je in aanmerking neemt hoe moeilijk het is om sneeuw te fotograferen. Beck was wat dat betreft niet alleen maar een documentair fotograaf, hij was wel degelijk ook een kunstenaar.
In het grote, door Scheidegger & Spiess voorbeeldig uitgegeven boek met een overzicht van zijn werk vind je niet alleen heel veel van Beck’s foto’s, ze zijn bovendien voorzien van uitgebreide bijschriften die het boek aanzienlijk veel leuker maken. Er staan ook wat uitgebreide essays in het boek, maar de foto’s zijn toch waar het om draait, en ook daar zijn aardig wat bijzondere verrassingen te vinden, zoals de ladderwegen, waarvan ik het bestaan niet kende. Nabij hotels en restaurants werden door de “Bergführer” regelmatig ladders tegen de bergen opgesteld die naar spectaculaire uitkijkpunten voerden.
Achterin het boek volgt nog een bijzondere verrassing, zeker als je dacht dat er in een berglandschap niet zo veel zal veranderen in de loop van de tijd. Hier vind je een aantal “vergelijkingsopnames” van fotografen die een foto van Beck hebben “overgemaakt”, zodat je de situatie in de tijd van Beck kunt vergelijken met nu, en dat levert spectaculaire verschillen op, en niet alleen als we naar de gletschers kijken.
Verder bevat het boek nog een aantal verbluffende panoramafoto’s, gepresenteerd op dubbele uitklappagina’s.
-
Jules Beck – Der erste Schweizer Hochgebirgsfotograf – Urs Kneubühl en Markus Schürpf – Scheidegger & Spiess – Alpines Museum der Schweiz – ISBN 978-3-85881-343-5
Twee keer de Sclosslauene aan de oostflank van de Eiger, van de Bäregg bij Grindelwald, boven gefotografeerd door Jules Beck in juni 1882, beneden door Urs Kneubühl in juli 2010.
De breuklijn van een lawine in 2006 is duidelijk te zien, de gletscher is verdwenen.
10 Augustus 1882 – je moet je voorstellen dat Beck hier de Finsteraarhorn beklom met een grote, zware camera en een aantal forse, en zeer breekbare glasnegatieven, plus een stevig statief, dat hij hier nergens goed kwijt kon. Hij plaatste zijn camera hier dan ook zeer provisorisch en kort, met deze fascinerende foto als resultaat.
De tong van de Rezligletscher, gefotografeerd in augustus 1887. Je kunt de mistige winden in de vormen van de gletscher terugzien, en de grootte afmeten aan de drie mannen links in beeld. De wind bracht blijkbaar ook het zwarte doek in beweging waarmee de camera bedekt moet blijven tijdens de opname (er waren toendertijd lange sluitertijden nodig).
De westelijke “Wildstrubelgipfel” van de Wildstrubelgletscher, gefotografeerd in augustus 1887. Op de voorgrond zien we de schaduw van Jules Beck en zijn loodzware, enorme camera, waardoor je je nog eens realiseert wat voor ondernemingen die foto-expedities waren. En dat in driedelig pak en met hoed…
Beck maakte ook dit soort magnifieke opnames, van een simpele bergtop. Dit is de Tschingellochtighorn, gefotografeerd in augustus 1887. De ongeveer veertig meter lange klimpartij op de “Horn” duurde een kwartiertje en was volgens Beck “eine kurze, genussvolle Partie, hübsch und interessant”. Met liefde gefotografeerd dus, en dat zie je.
Ladderweg aan de westzijde van de bovenste Grindelwaldgletschers, boven het restaurant tegen het Milchbachloch bij Grindelwald. Gefotografeerd in september 1976. De ladders werden in 1872 door de bergopzichter Christen Michel aangebracht. Ze gaan naar de hut aan de Gleckstein. De bovenste gletscher werd daar overgestoken, waar in 2007 een hangbrug gebouwd werd.
De ladders tegen de Scheenbiel onder het hotel Weisshorn aan de Wetterhornroute bij Grindelwald. Gefotografeerd begin juli 1873. Beck merkt op: “Sterke wind, het apparaat trilt.” De ladders zijn in 1869 door de bergopzichters geplaatst.
En dan de beloning voor het beklimmen van al die ladders… Bovenaan de ladderweg had men een imposant uitzicht op het neerstorten van de gletscher. Hier zien we de middelste Grindelwaldgletscher, juli 1874.
Hier zien we op de bovenste foto de tong van de onderste Grindelwaldgletscher, door Beck gefotografeerd in 1883, en exact dezelfde plek, in juli 2010 gefotografeerd door Urs Kniebühl. Geen gletscher meer te bekennen, het bos heeft het overgenomen.