gevelstenen in groningen
Het oudste gevelsteentje van Groningen – twee engeltjes houden een cartouche vast met met het jaartal 1557.
Een zogenaamd stichtingssteentje uit 1711, dat bij een opknapbeurt (ja, echt!) van de gevel (in het Hoornstraatje, een zijstraat van de Folkingestraat) tevoorschijn kwam.
De zeventiende-eeuwse poort van het Anthoniegasthuis, met onder meer de tekst “Bespodt niet een out wyf ofte man, niemant wyet waer ’t hem toe comen can”. Veel van de Groninger gevelstenen bevatten stichtelijke teksten.
Een deel van de poort – of je dit nu een gevelsteen kunt noemen?
Het Gedempte Zuiderdiep nummer 15. In deze gevel zijn twee kanonskogels ingemetseld, deze met het jaartal 1672, het jaar waarin de bisschop van Munster, Berend van Galen (“Bommen Berend”) dit deel van Groningen praktisch verwoestte.
Op de hoek van de Herestraat vinden we gebouw De Faun, dat al vele bestemmingen heeft gekend. Er is op verschillende plekken bouwkeramiek van Willem Valk te vinden, onder meer deze eekhoorn.
Een hoekdecoratie van Willem Valk.
Nog steeds gebouw De Faun met keramiek van Willem Valk.
Hoekdecoratie van Valk.
Willem Valk – koe met melkbussen.
Hier is waarschijnlijk een deel verloren gegaan doordat er een gebouw tegenaan gebouwd is.
Ze hebben nog net het fatsoen gehad om de bliksemafleider om de gevelsteen heen te leiden, maar de omlijsting is niet bepaald ideaal te noemen. Afijn. We zoomen even in:
Kleine Pelsterstraat nummer 2 – een zeventiende-eeuwse gevelsteen Het Witte Kruis. We zien een paard en wagen en en een schip. Deze steen bevond zich eerder in de voorgevel van de brouwerij Het Witte Kruis in de Herestraat, waar het beroemde Groninger kluinbier gebrouwen werd. Het schip wordt dan ook uitgelegd als “kluinkof”, omdat dat bier ermee vervoerd zou worden.
Nog steeds in de Kleine Pelsterstraat – Arbeid Adelt, afgerond met een lekker bekkie.
Uit dezelfde gevel – een door de tijd enigszins aangetast hoofd.
Rust roest, en dan die sceptische kop erboven.
Nog steeds de Kleine Pelsterstraat – tegenover Arbeid Adelt vinden we twee aapjes in de gevel.
De tweede aap…
In een stad als Maastricht kun je in één dag tijd lang niet alle gevelstenen bekijken die er in die stad te vinden zijn. Dat is in Groningen wel anders. We gingen op een zonnige januaridag in 2011 aan de hand van een wandeloingenboekje van Edward Houting (Groningen te voet – wandelen in de binnenstad – de wandeling Gevelstenen) op zoek naar gevelstenen en kwamen tot de ontdekking dat Houting, om maar een goedgevulde wandeling te kunnen maken, wat gesmokkeld heeft met het begrip “gevelsteen”.
Zo wordt de hoge hoed die hoedenwinkel Witting aan de pui heeft geschroefd ook opgenomen in de wandeling, net als een kanonskogel die in een gevel is gemetseld. Ook zijn wat beelden die in de toren van de Martinikerk zijn ingemetseld meegerekend.
We beperken ons hier zoveel mogelijk tot echte gevelstenen en beginnen bij de oudste, een nietig steentje uit 1557 waarvoor je een gribus van een doodlopende steeg in moet duiken die volgens het boekje de Sieboldsgang heet. Het staat nergens aangegeven, en het steentje blijkt, na enig speuren, in de achtergevel van een voormalig pakhuis te zijn ingemetseld.
Zijn de meeste Maastrichtse gevelstenen vrijwel tekstloos, in Groningen zijn er juist opvallend veel, met name stichtelijke, teksten op gebouwen te vinden. En dan zijn ze meestal ook nog eens gevat in lompe cartouches. Dat betekent dat de artistieke oogst in Groningen wat mager is, al zitten er wel een paar onverwachte juweeltjes tussen.
Keramiek van Willem Valk in gebouw De Faun op de hoek van de Herestraat.
Een klein gevelsteentje hoog in de Kleine Pelsterstraat, waar meer kleine steentjes te vinden zijn.
Een moderne, nieuwe steen van Bacchus in de Oude Ebbingestraat.