In het brein van mensen en dieren is een punt te vinden dat bij elektrische stimulatie een genotssensatie teweegbrengt. Bij ratten heeft men wel proeven gedaan waarbij de dieren zelf, door op een knop te drukken, dit punt in hun eigen hersenen konden stimuleren. Het gevolg was dat de dieren elke interesse verloren voor andere activiteiten, waaronder eten en drinken, en op de knop bleven drukken tot ze er dood bij neervielen. Je zou kunnen spreken van een ernstige vorm van verslaving, vergelijkbaar met anorexia nervosa, waarbij de lijdster niet meer zonder de bewustzijnsstoestand kan die vasten teweegbrengt.

Het steeds weer willen opwekken van het lekkere gevoel is één van de determinanten van verslaving. De andere is het onaangename gevoel dat optreedt bij onthouding: craving. Zoals bekend zijn er momenteel diversen mogelijkheden op dit gebied. Legale als niet eten, roken en drinken en verboden verslavingen. De laatste vorm is niet zelden een heroische levenstaak. Heroïne is daar een geschikt middel voor. In het begin is het, net als bij tabak even doorbijten, maar na maanden doorzetten en dagelijks afzien, is het mogelijk een zekere afhankelijkheid op te bouwen. De gebruiker behoort dan tot de kleine elitaire groep der junkies en mag zich koesteren in de onophoudelijke aandacht van hulpverleners, politiemensen en ministers.

De zogenaamde kleine criminaliteit waarmee hij zijn gewoonte financiert wordt oogluikend toegestaan, omdat de junk niet meer als handelingsbekwaam wordt gezien. Zijn leven wordt nu immers bestuurd door de strenge meesteres heroïne, die hem nooit meer uit haar klauwen zal laten ontsnappen. De lichamelijke ontwenningsverschijnselen, de koude kalkoen, worden voorgesteld als ondraaglijk. In werkelijkheid zijn ze even erg als een stevige verkoudheid en is het eerder de heimwee naar de flash, het geluksgevoel dat de ratten ook zo onverantwoordelijk maakte, waardoor de junk steeds opnieuw wil scoren.

Mijn verslaving baart, niet ongewoon, mijn directe omgeving meer zorgen dan mijzelf. Af en toe vraag ik me weleens af of ik wel normaal ben en of mijn afhankelijkheidsgedrag niemand opvalt. Mijn habit begon onschuldig. Zoals vrijwel elke Nederlander kwam ik al vrij jong met de stuff in aanraking. De meesten blijven echter matige gebruikers en bereiken nooit het stadium waarin ik me momenteel bevind. Wanneer ik terugkijk op mijn jeugd, moet ik concluderen dat het eerste stadium, dat ik de gewenningsfase zou willen noemen, ongeveer een jaar in beslag nam. Aanvankelijk wekte het spul slechts weerzin in me op, maar ik werd gedwongen het tot me te nemen.

Na een jaar was ik zo ver dat ik af en toe ook vrijwillig begon te gebruiken. In eerste instantie alleen wanneer ik me ongelukkig voelde omdat ik niets beters te doen wist. Na zo’n twee á drie jaar trad haast onmerkbaar een verandering op. Zonder dat ik het merkte begon ik de stof ook puur voor mijn genoegen te gebruiken. Ik vertoonde nog geen actief zoekgedrag, maar nam toch meer en meer gelegenheden te baat wanneer die zich voordeden.

Inmiddels was ik in een omgeving beland waar mijn deviante gedrag niet zo opviel omdat de meesten ook in het voorportaal van afhankelijkheid verkeerden. Langzamerhand vulde ik echter een steeds groter gedeelte van mijn tijd met scoren. Het ergst was dit in mijn vakanties: bijna het hele wakend doorgebrachte deel ging met deze tijdvulling verloren.

Zo ben ik geworden wat ik nu ben: een junk. Ik ben verslaafd aan letters. Ik lees dag en nacht. Het is niet zo dat ik de wereldliteratuur doorwerk. Veeleer gaat het om de dwangmatige neiging alles wat gedrukt staat en zich in mijn gezichtsveld bevindt te lezen. Op de wc lees ik over de dubbele celwanden van het toiletpapier, aan tafel de etiketten van de jampotten en het hele weekend kranten, tijdschriften, bijvoegsels en reclamefolders. Mijn huis is zo ingericht dat ik op elk moment iets kan pakken dat gelezen kan worden en wanneer ik met iemand praat tracht ik ongemerkt de boektitels in de boekenkast achter het hoofd te lezen. Ik zou moeten afkicken, maar mijn pogingen zullen futiel blijven zolang de stuff overal voor het grijpen ligt en ik het in het ergste geval nog zelf kan produceren.