Wanneer artsen na allerlei onderzoek geen oorzaak voor de klachten van patiënten kunnen vinden, zijn ze vaak geneigd de oorzaak tussen de oren te zoeken. De oorzaak wordt dan nerveus genoemd, of psychosomatisch. Ook wordt wel gesproken van zogenaamde functionele klachten. De arts bedoelt daarmee, dat hij weliswaar niet snapt wat er aan de hand is, maar dat het voor de patiënt wellicht ergens goed voor is, een functie heeft.

Wanneer patiënten vaak met klachten komen waarvoor geen oorzaak gevonden kan worden, spreekt men wel van chronisch klaaggedrag. Hiermee wordt bedoeld, dat er met de dokter niets mis is, en dat de stand van de medische wetenschap ook niet schuldig kan zijn aan het mislukken van het vinden van een verklaring voor de klachten. De schuld moet bij de patiënt gezocht worden, om onverklaarbare redenen heeft hij zich een gedrag aangewend dat medici hulpeloos maakt, klaaggedrag. De behandeling dient er dan op gericht te zijn dit gedrag weer af te leren. Deze denkwijze maakt niet veel patiënten gelukkig.

Omdat artsen niet graag herinnerd worden aan de feitelijke grenzen van hun medische verklarings­modellen, verklaren ze liever de patiënt voor gek. Ze noemen dat niet zo, maar gebruiken bovenstaande eufemismen. Dat je van zorgen en problemen ziek kunt worden is overigens evident.

Een proefschrift van Havenaar uit 1996, over de gezondheidstoestand van de geëvacueerde bevolking bij Tsjernobyl, liet zien dat de voornaamste aandoening depressie was, die gepaard ging met een toename van allerlei gezondheidsklachten, die objectief niets met straling te maken konden hebben. Zodra de mensen wat voelden, weten ze dat onmiddellijk aan de ontsnapte radioactiviteit van de ontplofte kerncentrale. Interessant was dat dit zelfde fenomeen ook optrad bij het bijna-ongeluk van de kerncentrale op Three Miles Island in de Verenigde Staten, waarbij geen radioactiviteit vrij was gekomen.

Ongerustheid heeft een grote invloed op de ervaren gezondheid. Bekend is bijvoorbeeld ook dat mannen zonder klachten, die te horen kregen dat hun bloeddruk te hoog was, daarna veel vaker ziek thuis bleven dan een vergelijkbare groep die daarvan niet op de hoogte was. Verder is bekend dat een ongelukkig leven leidt tot een afname van de weerstand waardoor ziekte en dood eerder optreden.

De gewoonte om alleen bij ziektes waarvoor geen verklaring gevonden kan worden ogenblikkelijk een psychische oorzaak te veronderstellen is volstrekt onlogisch en leidt tot allerlei koddige conclusies. In de vorige eeuw meende men bijvoorbeeld dat tuberculose veroorzaakt werd door een te hartstochtelijke inborst. Om die reden vielen kunstenaars vaak ten prooi aan de gevreesde ziekte. Tot voor kort meende men dat maagzweren vooral veroorzaakt werden door een verkeerde agressiehuishouding. De ongelukkige lijder slikte zijn agressie in, in plaats van die te uiten. Doorgeslikt veroorzaakte de agressie maaglijden.

Tegenwoordig weten we dat beide aandoeningen door bacteriën worden veroorzaakt, en genezen kunnen worden met een bacteriedodend middel. Het merkwaardige is, dat zodra een veroorzakend micro-organisme bekend is de psychosomatische duiding van het toneel verdwijnt. Dit is allerminst logisch. Het is heel goed denkbaar dat dezelfde bacterie bij een persoon met een door zorgen en problemen verzwakt immuunsysteem ziekte veroorzaakt, terwijl een gelukkiger iemand zich met succes tegen besmetting teweer weet te stellen. Het is dan ook verstandig de onmogelijkheid bepaalde klachten te verklaren te wijten aan de stand van de medische wetenschap, en niet aan problemen thuis.