Op alle gebieden waarop we kunnen waarnemen worden we maar een klein stukje gewaar. De golflengten van licht en geluid spelen ons parten bij kijken en horen. Afmetingen beperken ons. Wanneer iets te klein is of te ver weg, kunnen we het niet zien.

De belangrijkste beperking is dat onze zintuigen, in nauwe samenwerking met ons brein, ons de illusie voorspiegelen dat we in een driedimensionale werkelijkheid verkeren. Daarvan is natuurlijk geen sprake. Er is nog een dimensie, maar daarvan kunnen we alleen de effecten waarnemen.

Om dit inzichtelijk te maken is de platlander verzonnen. Een wezentje dat nog meer gehandicapt is dan wij. Het kan namelijk slechts twee dimensies waarnemen. Platlanders wonen op een plat vlak en zien alleen lengte en breedte. Omhoog en omlaag zegt ze niets. Ze weten gewoon dat alles alleen kan bestaan in hun platte vlak.

In platland kennen ze een desastreus natuurverschijnsel: de cirkelverschijning. Soms verschijnt ergens uit het niets een punt op het platte vlak. Deze dijt uit tot een cirkeltje, wordt steeds groter en duwt alle andere objecten die in de weg staan opzij. Gelukkig is bekend dat de verschijning altijd een maximale grootte heeft. Na alle schade die hij heeft aangericht wordt hij weer kleiner en na het puntstadium verdwijnt hij weer.

Platlandse geleerden nemen aan dat het een ziekte is van het vlak waarop zij wonen, en spreken wel van circularitis acuta. Een buitenstaander van ons kaliber, die nog een dimensie meer kan waarnemen, zal het anders zien. Hij ziet een bol die aan komt zweven en op een kwaad moment door het platte vlak heen vliegt. De platlanders zien alleen het snijvlak gedurende de passage.

Voor buitenstaanders die een dimensie meer kunnen zien dan wij lijken wij ook platlanders. Ons platte vlak noemen we nu. Wat voor en na nu bestaat kunnen we met geen mogelijkheid waarnemen. Van wat ervoor was hebben we een fragmentarische herinnering, wat na nu komt is volkomen verborgen.

Ons soort platlanders weet daarom zeker dat verleden en toekomst niet bestaan. Volgens de moderne fysica is dat onjuist. Het nu waarin wij menen te leven is een plat tijdvlak, waardoorheen dingen met een dimensie meer bewegen en waarvan wij alleen het snijvlak waarnemen.

We bewegen zelf ook door het vlak. We zijn zowel de bevruchte eicel als de zieltogende bejaarde. Onze beleving van onszelf beperkt zich echter tot het nu-vlak. Net zoals we maar een stukje van het lichtspectrum kunnen zien en een gedeelte van geluidsgolven kunnen horen is ons brein slechts in staat een klein stukje tijd te bevatten. Totdat geleerden het tijdreizen realiseren moeten we het daarmee doen.

Ook gelukkig, wat zou er aan de film zijn, wanneer we hem in een oogopslag helemaal zouden kunnen zien?