
heilzame zandbak - door peter bügel
De uitkomst van de strijd tussen de mens en de kleine ziekteverwekkers lijkt voorspelbaar. Wij gaan die oorlog niet winnen. Koning Bacterie zit stevig op de troon. Sinds de hygienisten in de negentiende eeuw zijn overheidsmaatregelen voor een schoner milieu succesvol gebleken in de strijd tegen besmettelijke ziekten. Riolering, bacterievrij drinkwater hebben een grote positieve invloed gehad op onze levensverwachting. Zo verleende de Amsterdamse gemeente in 1848 aan dokter Sarphati “de concessie tot het ophalen van alle fecalien, rioolspecieën en afval der vilderij, vallende binnen de stad Amsterdam en derzelver jurisdictie”. Door dit soort maatregelen kwam een einde aan de typhus-, cholera-,pokken- en tuberculoseepidemiën die de stad daarvoor regelmatig teisterden.
Sindsdien is het in ons deel van de wereld steeds schoner geworden. Ons voorland Amerika loopt in de strijd tegen de bacterien voorop. Er is onder andere een bloeiende markt voor antibacteriële producten. Zepen en schoonmaakmiddelen die bacteriën doden bestonden al langer. Momenteel kunnen ook bacteriedodende messen en vorken en kinderspeelgoed verkregen worden. Het aantal van deze producten stijgt stormachtig. Vooral na berichten over het Ebola en hanta virus, vleesetende streptococcen, salmonella en legionella zijn de microbenkillers niet aan te slepen. Een paradoxaal effect van deze oorlog tegen de kleine ziekteverwekkers is de opmars van antibiotica-resistente nieuwe stammen.
Volgens een nieuwe theorie heeft deze afkeer van alles wat vies en voos is ook nog een tweede nadelige werking op de gezondheid. Enkele jaren geleden schreef Garry Hamilton in het Britse blad New Scientist dat de hedendaagse brandschone wereld ons ziek maakte. Volgens een groeiend aantal wetenschappers is onze steeds toenemende afstand van vuil en ziektekiemen verantwoordelijk voor de snelle stijging van allergieën zoals astma en wellicht ook auto-immuun-ziekten als diabetes en reumatoide artritis. “Waar je ook kijkt”, schreef Hamilton, “zie je allergische aandoeningen op de hielen zitten van rijkdom en modernisatie”. Astma, hooikoorts en eczeem komen steeds meer voor en artsen zien steeds meer jonge kinderen met insuline-afhankelijke suikerziekte.
Gedurende het grootste deel van onze evolutie werd het immuunsysteem van elk kind vanaf de geboorte gebombardeerd met vuil en bacillen. Net als het brein is het immuunsysteem afhankelijk van stimulatie om de juiste connecties te maken. Inmiddels hebben immunologen een mechanisme ontdekt dat ten grondslag zou kunnen liggen aan deze hygiëne-hypothese. Bij de geboorte hebben we een aantal immuuncellen die Th-cellen genoemd worden. Deze kunnen zich ontwikkelen tot Th1 cellen, die immuuncellen die geinfecteerd zijn met bacteriën aanzetten deze te doden, of tot Th2 cellen die anti-lichamen produceren. Die zijn weer verantwoordelijk voor benauwdheid, loopneuzen en jeukende ogen. Interessant is dat Th cellen in een laboratoriumkweek zich ontwikkelen tot Th1 cellen wanneer ze worden gemarineerd in een stofje dat immuuncellen van nature afscheiden bij een aanval van indringers.
In ons vieze verleden werden baby’s bestookt met bacteriën en virussen zodat er voldoende Th1 cellen werden geproduceerd. Wanneer je die infecties van het toneel haalt, begint het immuunsysteem vooral Th2 cellen te maken. Daardoor ontstaan allergieën. De meest behulpzame bacteriën worden in de grond gevonden. Deze mycobacterien leven in grond en vijvertjes en niet in ons lichaam. Steriele stadskindertjes komen er niet mee in aanraking. Uit oogpunt van preventie is spelen in een vieze zandbak een must.