Een wijd verbreide misvatting wil dat we steeds ouder worden. Als je naar de gemiddelde leeftijd waarop we sterven kijkt, klopt dat. Maar dat is niet het hele verhaal. Vroeger gingen veel meer kinderen dood. Pas geborenen en net gespeende kinderen stierven voor 1900 vaak door infectieziekten. Wanneer je echter eenmaal volwassen was geworden, was je levensverwachting niet veel anders dan nu. Een vijfenzestigjarige man had in 1951 gemiddeld nog tien jaar te leven. Tegenwoordig twaalf. Van de medische wetenschap valt wat dat betreft weinig te verwachten. Wanneer die er in zou slagen alle belangrijke moderne killers uit te bannen zou de winst in levensduur slechts een paar jaar bedragen. De reden daarvoor werd veertig jaar geleden gevonden bij onderzoek naar celdeling in bindweefsel.

Bindweefsel is een vliezig weefsel dat tussen en rondom onze organen zit en alles met alles verbindt. Het wordt gemaakt door een speciaal soort cellen: de fibroblasten. Deze kunnen zich vermenigvuldigen door celdeling. Ze kunnen dat in ons lijf (in vivo) maar ook in een kweekbakje (in vitro). Als je ze in een bakje het juiste voedsel geeft, delen ze zich door totdat ze de hele bodem bedekken. Als je een stukje in een nieuw bakje doet begint dat proces opnieuw tot weer de hele bodem bedekt wordt. In 1961 vroeg de bioloog Leonard Hayflick zich af hoe lang je daarmee door kon gaan. Niet eindeloos, bleek. Na enkele tientallen delingsrondes vertraagde het proces en stierven de cellen. Verder bleek dat cellen van embryo’s zich veel vaker konden delen dan cellen van volwassenen. Ook varieerde het aantal celdelingen per diersoort. Niet verwonderlijk, een vlieg is stokoud na veertig dagen, een muis na drie jaar en een paard na veertig jaar. Er zit een klok in de cel, die bij iedere deling een tik geeft en bij een bepaald aantal tikken de cel bevel geeft te sterven. Het aantal tikken wordt de Hayflick-limiet genoemd. Wanneer we alle ziekten zouden hebben uitgebannen, zou daarmee geen onsterfelijkheid bereikt worden.

Er bestaat dus een maximumleeftijd. De meeste mensen bereiken die niet en bovendien zijn er grote verschillen in levensverwachting. Al lang is bekend dat oud worden familiair bepaald is. Wanneer je ouders heel oud geworden zijn is de kans dat je dat zelf ook zult worden veel groter dan wanneer je ouders jong gestorven zijn. Het lijkt er op dat nu ook de chromosomen gevonden zijn die daarvoor verantwoordelijk zijn. Annibale Puca van het Howard Hughes Medical Institute in Boston vergeleek het genetisch materiaal van broers en zusters die heel oud geworden waren. De resultaten werden onlangs gepubliceerd in The Proceedings of the National Academy of Sciences. Het bleek dat deze mensen een identiek stukje op chromosoom 4 gemeen hadden. Een kleine vondst die grote consequentie kan hebben. De betreffende genen moeten nog geïdentificeerd worden, maar als dat eenmaal gebeurd is zou je vrij gemakkelijk kunnen bepalen of je ze hebt. Wanneer je een grote kans hebt 110 te worden richt je je leven anders in dan wanneer je maar 60 zult worden. Je neemt bijvoorbeeld geen levensverzekering. Handiger is het een lijfrente te kopen, bijvoorbeeld met een koopsompolis en te zorgen voor een goed pensioen.

Volgens de onderzoekers zal het nog zo’n negen maanden duren voor ze de verantwoordelijke genen op het spoor zijn. inmiddels zijn de auteurs van het artikel al een eigen zaakje begonnen: Centagenetics genaamd. Wanneer de genen gevonden zijn zullen ze er patent op aanvragen. Hopelijk hebben ze die zelf ook, zodat ze nog lang kunnen genieten van de verdiensten.