
nocebo - door peter bügel
De campagne van het ministerie van Sociale Zaken: “Stop RSI”, bleek in 2000 te hebben geleid tot meer mensen met zulke klachten. Het percentage beeldschermwerkers met RSI-klachten steeg sinds 1999 van 56 naar 65 procent. Staatssecretaris Hoogervorst stopte schielijk met de campagne, die al een half miljoen gulden had gekost, na het bekend worden van deze cijfers.
Het vervelende van RSI is, dat in de meerderheid van de gevallen geen medisch aantoonbare afwijkingen te vinden zijn. Het effect van de campagne was, dat meer mensen met klachten hun huisarts bezochten met de vraag, heb ik RSI? Een vraag die de huisarts vervolgens moest beantwoorden op geleide van de klachten, omdat lichamelijk onderzoek meestal niets opleverde.
RSI lijkt daarmee op een andere eigentijdse aandoening, het chronisch vermoeidheidssyndroom. De meer indrukwekkende naam myalgische encefalomyelitis (ME), suggereert een ernstige, wellicht fatale aandoening, maar gelukkig is daar geen sprake van. Hoewel op dit moment naar schatting twee miljoen Amerikanen eraan lijdt, is nog niemand eraan gestorven. Na miljarden verslindende research is nog geen enkele onderzoeker erin geslaagd een oorzaak te vinden.
Onderzocht zijn ondermeer de volgende mogelijke oorzaken: malaria, griep, tyfus, vaccinaties, kiesvullingen, hersenvliesontsteking, het Epstein-Barrvirus, de ziekte van Lyme, rachitis, candida en de Afrikaanse varkenskoorts. Hedendaags onderzoek verdiept zich in immuun-stoornissen en retrovirussen. Regelmatig zouden er doorbraken zijn. De ziekte beperkt zich voornamelijk tot vrouwen. Uit een recent onderzoek blijkt dat de meeste dokters geloven dat de oorzaak van psychologische aard is. Patiënten achten dit een gruwelijke belediging.
Een overtuigend boek over deze ziektes schreef Elaine Showalter. In Hystories, Hysterical Epidemics and Modern Culture, beschrijft ze de overeenkomsten tussen de klassieke hysterie aan het einde van de negentiende eeuw en een aantal aandoeningen van deze tijd.
De naam komt van hystera, het Grieks voor baarmoeder. De klassieken beschreven hysterie als een vrouwenziekte, gekenmerkt door krampaanvallen, niet lokaliseerbare pijnen en het gevoel te zullen stikken. Ze geloofden dat de baarmoeder ongehinderd door het lichaam rondreisde. Maandags zat ze in een voet, dinsdags in de keel, woensdags in een borst, enzovoort. Overal waar ze zat, produceerde ze symptomen. Een prop in de keel, de zogenaamde globus hystericus, kuchjes en stemverlies, pijn in alle delen van het lichaam, tics en bevingen, verlammingen, doofheid, blindheid, huilbuien en onverklaarbare aanvallen van seksuele aandrang.
Toen anatomen bewezen dat de baarmoeder niet migreerde, verhuisden de dokters de oorzaak van hysterie naar het zenuwstelsel. Vrouwen werden nu gezien als van nature zenuwachtig met een neiging tot flauwvallen of als hysterische nymfomanen. Aan het einde van de achttiende eeuw werd de hypnotiseur Franz Anton Mesmer wereldberoemd met zijn behandeling van hysterie. Aan het einde van de negentiende eeuw nam de hysterie een grote vlucht en maakte haar behandelaars als Jean-Martin Charcot en zijn leerling Sigmund Freud tot grootheden.
Het opvallende aan RSI en ME is dat er landen zijn waar ze niet lijken voor te komen. Ditzelfde geldt voor vergelijkbare aandoeningen als whiplash en bekkeninstabiliteit. Het lijkt er op alsof bekendheid noodzakelijk is voor het ontstaan van de ziektes.
Showalter liet zien dat ME zich als een epidemie over de V.S. verspreidde via mond tot mond reclame. Een verleidelijke conclusie zou zijn dat het dus allemaal aanstellerij moet zijn. Dat lijkt niet het geval. De klachten zijn helaas wel degelijk echt en soms invaliderend. Eerder lijkt het zo te zijn dat sprake is van een nocebo-effect. Het omgekeerde van placebo, waarbij mensen beter worden als ze ten onrechte denken een werkzame therapie gekregen te hebben.
Bij primitieve stammen sterft men na een vervloeking door een tovenaar. Wij hebben geen vervloekingen meer. Alleen diagnoses.