
strijd voor genot - door peter bügel
Zoals waarschijnlijk bij veel mensen in ons noordelijke deel van de wereld bestond mijn eetopvoeding vooral uit het leren onderscheid maken tussen gezond en ongezond voedsel. Daarvoor bestond een eenvoudige regel. Wat je lekker vond was ongezond, wat je niet lustte had je lichaam nodig om niet in verval te geraken. Bruin brood was gezonder dan wit, spinazie beter dan ijs, karnemelksepap genoot de voorkeur boven chocoladepudding en het toppunt van gezondheid was levertraan. Dit gezonde hapje werd na de warme maaltijd geserveerd.
Het verdelen van de wereld in goed en slecht is een Calvinistisch gebruik dat zo ingesleten is, dat het soms onopgemerkt blijft. Gecombineerd met het diepe vermoeden dat lekker en zondig hand in hand gaan, resulteert een cuisine waar de honden geen brood van lusten.
Een en ander vindt zijn dieptepunt in de attitude tegenover vet. Omdat onze mond alleen zoet, zuur, bitter en z
out kan proeven, werkt onze smaak via de neus. We ruiken de vrijkomende essenties van de in ons eten opgeloste smaakstoffen.
Deze stoffen lossen vooral op in vet. Het smakelijkste vet is dierlijk verzadigd vet. Daarom beginnen veel Franse recepten, ook die van de uitvinder van de zogenaamde Nouvelle Cuisine, Bocuse, met de opdracht: bak het spek uit in de boter.
Volgens sommige oudheidkundigen was varkensvlees taboe in het oude Egypte van de Farao’s. Slechts één dag per jaar mocht het genuttigd worden. Extensief vreemdgaan was op dezelfde dag toegestaan. Ook hier een aantrekkelijke combi van vet, lekker en zondig. Klaarblijkelijk is het van alle tijden hiertegen te strijden.
De gezondheidsridders die tegen dierlijk vet strijden lijken in alle opzichten op de fatsoensrakkers van vroeger, die lekker en zondig te lijf gingen. Vroeger werd daarbij God aangeroepen, tegenwoordig de wetenschap. In beide gevallen was sprake van selectief citeren.
Het resultaat van dit alles is een onvermogen ongecompliceerd te genieten van lekker eten. Hoewel ikzelf al van jongsaf getracht heb me te bevrijden van deze droevige conditioneringen, eet ook ik af en toe rauwe groente, volkorenbrood, spinazie, plantaardige olie en vreemde producten waar half voorstaat. Zelfs tegenwoordig, nu ik weet dat er geen wetenschappelijke evidentie is dat dit goed voor me zou zijn.
Gelukkig slaag ik erin deze vreemde verslaving meer en meer te bezweren. Meestal bak ik het spek in de boter, lardeer mijn vlees met repen vet spek, bak de eieren met de bacon, prak de boter door de aardappelpuree, monteer de saus met klontjes koude boter en slagroom, geniet van mijn franse kaas toe en laat de truffel en bonbon niet liggen bij de espresso.