De inkomensongelijkheid in een maatschappij is de meetlat voor het welzijn van de bevolking. Onderzoek naar de mate waarin mensen zich gelukkig achten laat zien dat je het beste in IJsland, Scandinavië of Nederland kunt wonen. In deze landen zijn de inkomensverschillen tussen rijk en arm het geringst. Niet alleen zijn de mensen gelukkiger, ook de gemiddelde gezondheidstoestand is beter.

Er zijn nog meer verbanden. De Britse criminologen Wilkins en Pease lieten onlangs zien dat samenlevingen die minder egalitair waren langere gevangenisstraffen uitdeelden. Dat zou kunnen verklaren waarom in de Verenigde Staten veel meer mensen in de gevangenis zitten dan in Europese landen. Vooral na 1970, toen de inkomensverschillen begonnen te groeien, verdwenen veel mensen in Amerika achter de tralies.

Het is niet zo dat de misdadigheid in de V.S. hoger is dan in Europa. Alleen het aantal moorden is afhankelijk van de streek twee tot acht maal zo hoog, omdat iedereen voorzien is van een vuurwapen. De grote bulk van de Amerikaanse gevangenispopulatie bestaat echter niet uit veroordeelden wegens geweldsdelicten. De meesten zitten voor drugsbezit.

Tussen 1972 en 1998 vervijfvoudigde de gevangenisbevolking. Momenteel zitten bijna twee miljoen Amerikanen vast. Vooral onder Reagan en Bush zijn lange gevangenisstraffen de consequentie geweest van de ‘War on Drugs’. Overigens zonder gevolg voor de omvang van het drugsgebruik. Onder Bill Clinton hebben bovendien de helft van de Amerikaanse Staten de onzalige ‘Three strikes and you’re out’-wet aangenomen, waardoor overtreders na drie veroordelingen voor levenslang achter de tralies verdwijnen.

De enige landen met een vergelijkbaar aantal gevangenen zijn de voormalige Sovjetrepublieken, waar de inkomensongelijkheid ongeveer even schrijnend is. De onderkant van de Amerikaanse maatschappij is zwart. Zwarten maken dan ook een onevenredig deel van de gevangenisbevolking uit.

Een substantieel deel van zowel blanke als zwarte jongens begaan in hun t

ienerjaren misdrijven. De blanken stoppen daarmee wanneer ze banen en gezinnen krijgen. Een groot deel van de zwarten blijft echter werkloos. Daar komt bij dat rechters bevooroordeeld zijn tegenover zwarten.

Zo is uitgezocht dat slechts 13 procent van alle drugsgebruikers in de V.S. zwart is, terwijl 74 procent van alle gevangenen die voor drugsdelicten veroordeeld is, zwart is. Eén op de zeven zwarten is zijn stemrecht kwijt omdat hij in de gevangenis zit of heeft gezeten.

Nimmer is aangetoond dat lange gevangenisstraffen een afschrikwekkende werking hebben op misdadigers. Wel is duidelijk dat penitentiele instellingen leerscholen voor de misdaad zijn. Vooral de zwarte gemeenschap plukt daar momenteel de wrange vruchten van.

Wanneer men de misdaad werkelijk wil aanpakken is duidelijk wat moet gebeuren: de inkomensverschillen verkleinen. Gevreesd moet worden dat de Amerikaanse bovenlaag dit middel erger zal vinden dan de kwaal. Daarom zullen in de toekomst nog veel gevangenissen bijgebouwd moeten worden.