
morsen - door peter bügel
Het aantal vrouwelijke hoofdredacteuren is klein. Daarin verschilt de baan niet van andere topfuncties. Men spreekt in dit verband wel van een glazen plafond. Een onzichtbare barriere waar vrouwen op hun pad naar boven niet doorheen komen. Daarvoor zijn diverse verklaringen.
Mannen vinden gewoonlijk verklaringen waardoor zij zich schuldig zouden moeten voelen minder juist. Zo’n verklaring is het old boys network. Een kleine groep heren, in lang vervlogen tijden de “200 van Mertens” genoemd, zouden onderling alle lucratieve en machtige functies verdelen. De vakbondsman kon hen overigens met name noemen. De stapelingen van commissariaten waren indrukwekkend. Deze oligarchie van vriendjes kon vaak terug getraceerd worden naar jaarclubs op de corpora, die vroeger bolwerken waren van rijkeluiszoontjes.
Van feministische zijde wordt er op gewezen dat vrouwen sowieso altijd en overal gediscrimineerd worden. Bij gelijke geschiktheid worden mannen aangenomen en als het toch een vrouw wordt, verdient ze gewoonlijk minder dan een mannelijke collega met dezelfde functie.
Mannen houden meer van een biologische verklaring. Die postuleert dat mensen gedreven worden door hun genen. Omdat die willen voortleven, zetten ze mensenlijven aan tot de productie van hormonen. Daardoor worden vrouwen zorgzaam en mannen ambitieus. De uitdrukking haantje de voorste illustreert deze mannelijke preoccupatie. Ambitieuze vrouwen zijn in deze visie een onnatuurlijke variant. Geen wonder dat er daar niet zoveel van zijn.
Tenslotte zijn er psychologische verklaringen. Zo wordt wel gesteld dat mannen er problemen mee hebben om onder een vrouw te werken. Zo eenvoudig ligt het echter niet. Wanneer sollicitatiecommissies iemand als chef moeten uitzoeken geven ze doorgaans de voorkeur aan sollicitanten waar ze niet bang voor zijn. Daarbij zouden vrouwen in het voordeel kunnen zijn door een proces dat in het Engels wel gender spillover heet. Mannen denken dat vrouwen thuis aardig en vriendelijk zijn en verwachten die eigenschappen ook op het werk. Dat valt natuurlijk tegen.
Recent onderzoek van Leanne Atwater, hoogleraar aan de Arizona State University, laat zien waar de schoen wringt. Ze vroeg zich af wat het effect was van een onaardige vrouwelijke baas. Daarvoor interviewde ze 163 werkers in een groot skala aan beroepen die te maken hadden gehad met een disciplinegesprek. Hen was de mantel uitgeveegd.
Opvallend was dat zowel mannen als vrouwen veel liever kritiek hadden van een man dan van een vrouw. Dat verschil was des te opvallender omdat mannelijke bazen over de hele linie veel extremer waren in hun uitingen. Ze ontsloegen de bekritiseerden drie keer zo vaak als hun vrouwelijke collega’s. Bovendien bleek dat vrouwelijke ondergeschikten de kritiek van een mannelijke baas in 52 procent van de gevallen serieus opvatten en die van een vrouwelijke chef maar in 18 procent.
Het zou kunnen dat opvoeding een rol speelt. “Wacht maar tot je vader thuiskomt”, heette het paper waarin deze resultaten gepresenteerd werden.