
roundup - door peter bügel
Wanneer je in je tuin planten hebt die je niet wilt, onkruid, dan kun je die wegspuiten met een niet selectieve herbicide. De bekendste alleplantendoder is RoundUp. De stof wordt geproduceerd door het Amerikaanse bedrijf Monsanto.
Jaarlijks verkoopt het bedrijf daarvan voor zo’n twee miljard dollar. Het patent van RoundUp liep in 2000 af. Desondanks heeft het bedrijf grote RoundUpfabrieken opgericht in onder andere India, China en Brazilie.
Monsanto doet zichzelf graag voor als een groene instelling. Haar zogenoemde Life Sciences Corporation heeft in 1998 een kostbare advertentiecampagne gevoerd om het publiek te doen geloven dat door haar noeste arbeid het gebruik van herbiciden zou verminderen.
Naast vergif maken zij namelijk ook genetisch gemodificeerde zaden. De meest winstgevende is op dit moment RoundUp Ready Soya (RRS). Dit gewas is resistent tegen RoundUp. Boeren die dit zaad kopen moeten een verklaring tekenen, dat ze geen chemicaliën van andere firma’s zullen kopen en de mais die ze produceren niet zullen gebruiken als zaad voor nieuwe oogsten.
Een groot succes voor genetische modificatie: het verlopen van het patent op RoundUp had geen invloed op de winstcijfers van Monsanto. Onderzoek van prof. Charles Benbrook naar opbrengsten van 8200 door universiteiten gecontroleerde proefnemingen met RRS liet overigens zien dat de opbrengst gemiddeld 6,7 procent minder was dan van de oorspronkelijke natuurlijke mais.
De claim van de firma dat genetisch gemanipuleerde zaden nodig zouden zijn om de honger in de wereld te stillen, staat op zeer gespannen voet met de waarheid.
Welke invloed heeft deze gang van zaken nog meer? De boeren moeten hun RRS met RoundUp bespuiten. De maisplanten blijven dan leven. Alle andere planten in de naaste omgeving leggen echter het loodje.
Het is vooral geschikt voor grote kapitaalintensieve monoculturen. Enorme akkers met mais. Nu wil het geval dat in niet-industriële landen de voedselvoorziening voornamelijk van kleine boeren met gemengd bedrijf komt. Deze boeren maken vooral gebruik van biodiversiteit. Ze zijn daar zeer succesvol in.
Uit sommige onderzoeken blijkt dat kleine biodiverse boerderijen in de derde wereld duizend maal zoveel voedsel per hectare produceren dan grote industriële monoculturen. Indianen in de Andes verbouwen bijvoorbeeld 3000 soorten aardappels, in Papoea Nieuw Guinea worden zelfs 5000 soorten zoete aardappels verbouwd. Gewoonlijk zijn het de vrouwen die daarmee doende zijn.
In streken waar monoculturen ingevoerd zijn, produceren de kleine particuliere stukjes land meer voedsel dan de grote velden met cash crops. Dat is maar goed ook, want de mensen moeten daarvan leven.
Deze biodiversiteit zal met de grootschalige introductie van genetisch gemanipuleerd zaaigoed en RoundUp verdwijnen. Het zal de ecologie van de derde wereld onherstelbare schade berokkenen, de vrouwen werkloos en brodeloos maken en zorgen voor nog meer honger en ellende. Een soort RoundUp, zeg maar.