In de zeventiende eeuw was er in Nederland een nieuw product. In die tijd ging het goed met de economie en allerlei mensen die tevoren nooit in aandelen gehandeld hadden, belegden hun geld in dit nieuwtje. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de koersen ervan als een raket stegen.

Hoewel de zaak zelf overduidelijk weinig waarde had, vertrouwden beleggers, meestal gewone mensen die weinig ervaring hadden, op een voortgaande waardevermeerdering. Hoewel in dezelfde tijd de Beurs werd gebouwd, nam de handel vooral buiten dit instituut een hoge vlucht. Voor het eerst werd het ook mogelijk te speculeren op koersveranderingen in de toekomst.

De koersen bleven stijgen en stijgen, terwijl steeds duidelijker werd dat het met de werkelijke waarde van het nieuwe product slecht gesteld was. Het vertrouwen in waardestijging was de enige reden voor de run op het product. Door deze zichzelf waar makende strategie ontstond een steeds groter wordende, prachtig gekleurde zeepbel.

Op de eerste dinsdag van februari, in 1637, kwam de crash. Van de ene dag op de andere, zonder duidelijke reden of voorteken, was de vraag verdwenen. De vrije val die volgde was zelfs sneller als die van de Wall Street crash in 1929, die de Great Depression inluidde.

Het eerste boek over deze wonderlijke gebeurtenissen werd in 1841 geschreven. Extraordinary Popular Delusions and the Madness of Crowds, door Charles Mackay. Het hoogtepunt van het boek was de anecdote over een zeeman die voor zijn ontbijt een wat flauw smakende ui dacht te nuttigen. “Nooit zou hij gedroomd hebben dat dit ontbijt meer kostte dan de volledige gage van de bemanning van het schip over een heel jaar”.

Mackay schreef zijn boek in een tijd toen mensen geloofden dat markten irrationeel en speculatief waren. Tegenwoordig geloven economen en andere trendy academici dat de markt juist de ultieme scheidsrechter is die bepaalt wat waar is en juist.

Om die reden publiceerde de econoom Peter Garber in 1989 een paper, waarin hij probeerde uit te leggen dat de dramatische stijging van de prijzen van tulpenbollen te verklaren viel door de vraag en de zeldzaamheid. Maar zelfs hij moest toegeven dat de twintigvoudige waardevermeerdering in de maand voor de crash van zelfs heel gewone tulpenbollen wellicht niet geheel rationeel was. In 1636 kon je voor de prijs van een tulpenbol zes ossen kopen.

Recent is het boek: TULIPOMANIA: The Story of the World’s Most Coveted Flower and the Extraordinary Passions it Aroused, van Mike Dash uitgekomen (Crown). Het opvallende aan het boek is dat op geen enkel moment een parallel met verschijnselen in deze tijd wordt getrokken. Terwijl er toch een biljoen dollar omging in dotcom-aandelen, waarvan de waarde op dezelfde manier tot stand was gekomen als die van onze zeventiende-eeuwse tulpen.