Een derde van alle beroertes zou voorkomen kunnen worden wanneer de huisarts goede zorg zou leveren. Professor Mackenbach van het Instituut voor Maatschappelijke Gezondheidszorg te Rotterdam trok deze opmerkelijke conclusie uit een onderzoek.

Hij had de dossiers van 292 patienten die met een beroerte waren opgenomen in een Rotterdams ziekenhuis opgevraagd en laten beoordelen door ‘deskundigen’. Die concludeerden dat de zorg in de periode voor de beroerte in bijna de helft van de gevallen ‘sub-optimaal’ was geweest.

Vooral door het behandelen van te hoge bloeddrukken zou veel patienten een beroerte bespaard zijn gebleven. Huisartsen moesten dat dus meer doen. Dat lijkt logisch, maar is het niet. Hoge bloeddruk geeft geen klachten. Om mensen te vinden met een te hoge bloeddruk moet je die opsporen door bevolkingsonderzoeken.

Je moet gezonde lieden oproepen om zich medisch te laten onderzoeken. Een groep daarvan verklaar je ziek, geef je medicijnen en houd je onder controle. Het is maar de vraag of dat zinnig is.

In 1987 publiceerde de Wierdense huisarts Boot een serie artikelen in Medisch Contact over de zin van interventie bij risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Het eerste artikel ging over de vraag of behandeling van hoge bloeddruk zinvol was.

Hij rekende voor dat behandeling van verhoogde bloeddruk bij 97 procent van de mensen over een periode van tien jaar geen effect heeft op de kans op een infarct of bloeding. Als je dus duizend mannen met te hoge bloeddruk tien jaar bloeddrukverlagende pillen geeft zal dat voor 970 van hen nutteloos zijn.

Behandeling kan echter wel bijwerkingen opleveren als impotentie, kortademigheid, futloosheid en plotselinge sterfte. Tevens is bekend dat mensen die weten dat ze een te hoge bloeddruk hebben 80 procent meer ziekteverzuim vertonen dan hun collega’s die van een dergelijk weten verstoken zijn.

De conclusie van Boot lag voor de hand. Bij gezondheidsonderzoeken loop je onvermijdelijk tegen een vraag aan waar zelfs ethici geen antwoord op weten. De vraag waar het namelijk om draait is hoeveel mensen je ziek wilt verklaren en dagelijks niet onschadelijke pillen wilt laten slikken om één beroerte te voorkomen.

De beste manier om dit soort ethische dilemma’s te omzeilen is het nalaten van bevolkingsonderzoek naar risicofactoren. Overigens zijn levensgrote vraagtekens op zijn plaats bij de onderzoeksopzet van Mackenbach.

In een vergelijkbare studie naar de preventie van ski-ongevallen zou hij de inzittenden van een gipsvlucht kunnen vragen of ze voor hun vakantie wel genoeg aan skigymnastiek gedaan hadden. Wanneer dat niet zo was zou hij via dezelde logica geconcludeerd hebben dat hun ongeluk vermijdbaar was geweest.

Zo moet dat niet, je moet ook de skiers die geen ongeluk hebben gehad meerekenen. Tenslotte is het niet erg ethisch op basis van zo’n knullig onderzoek de huisartsen de schuld van de beroertes in de schoenen te schuiven.