
bekeerd - door peter bügel
De islamitische geestelijken die vonden dat homoseksualiteit een ziekte was werden achterlijk genoemd. Het is inderdaad waarschijnlijk dat ze niet op de hoogte zijn van de recente medische inzichten op dit gebied. Heel erg achterlijk zijn ze echter niet.
Nog in de jaren zeventig moesten medische en psychologiestudenten leren dat er sprake was van een ziekelijke neurotische afwijking. Besmettelijk heette de ziekte niet. De schuld werd veeleer in de opvoeding gezocht.
Bij mannen kon een dominante moeder en een zwakke vader de oorzaak zijn van de aandoening. Het jongetje zou dan zijn moeder als rolmodel gaan vereren met alle gevaren van dien. Psychotherapie kon helpen. Dit gedachtegoed is momenteel zeer incorrect.
Het is dan ook niet verbazingwekkend dat het nieuws dat homoseksualiteit te genezen was enig rumoer veroorzaakte. De Amerikaanse psychiater Robert Spitzer beweerde dit aan het begin van deze eeuw op het jaarcongres van de Amerikaanse Vereniging voor de Psychiatrie (APA).
Hij had onderzoek gedaan bij tweehonderd voormalige homoseksuelen. Zijn proefpersonen hadden allen verklaard al meer dan vijf jaar niet meer naar een partner van gelijk geslacht getaald te hebben. Deze vondst is in strijd met al het momenteel bekende wetenschappelijke onderzoek.
Tijdens dezelfde bijeenkomst van de APA presenteerden twee andere psychiaters onderzoek waaruit bleek dat psychotherapie van soms wel 15 jaar slechts in 3 procent van de gevallen een verandering in seksuele voorkeur opleverde en dat die mensen er niet echt gelukkiger van geworden waren.
Waar kwamen de resultaten van Spitzer dan vandaan? De verklaring van zijn uitkomsten kan gevonden worden in de keuze van zijn respondenten. Meer dan 90 procent van de deelnemers verklaarde dat religie extreem belangrijk in hun leven was en dat deze overtuiging strijdig was met homoseksualiteit.
We hebben hier dus niet te maken met genezing, maar met bekering. Tussen beide is een groot verschil. Bij genezing word je beter. Bekering heeft een omgekeerde uitwerking. Bekering komt voor bij religies, maar ook bij andere ideologieën. Ze geschiedt gewoonlijk onder groepsdruk.
De bekeerden zullen hun vroegere leven afzweren. Dat was bijvoorbeeld zondig of strijdig met de partijlijn. Dit inzicht is als in een donderslag tot hen gekomen en in de toekomst zullen zij, naar eigen zeggen, dan ook nimmer meer in hun oude gewoontes vervallen.
Nooit zullen ze meer een fantasie hebben over gelijkgeslachtelijke seksuele handelingen of een gedachte toelaten die kritisch zou kunnen zijn over de partij. Integendeel, de bekeerde zal met alle mogelijke toewijding het andere geslacht beminnen of de partijleiders eren.
Bekeerden zijn gevaarlijk. Omdat ze ergens wel voelen dat hun nieuwe zelfinzicht lemen voeten heeft, zullen ze trachten zoveel mogelijk andere mensen ook te bekeren. Wanneer dat niet lukt moeten de heidenen vernietigd worden in een heilige oorlog. Pas op voor gelovige psychiaters. Ze willen niet helen, maar bekeren.