
cojones - door peter bügel
Rond 1900 steeg de levensverwachting in de westelijke wereld. Betere voeding en hygiëne waren daarvan de oorzaak. Net als nu had dit een vergrijzing tot gevolg. En eveneens als tegenwoordig trachtte de geneeskunde het verval van de oude dag te bestrijden. Met name de vermindering van de mannelijke seksuele potentie zat veel grijsaards hoog.
Dat die samenhing met de testikels was al sinds het bestaan van eunuchen bekend. Niet alleen potentie, ook vitaliteit zou met een goede conditie van de zaadballen samenhangen. De jonge Weense fysioloog Eugen Steinach begon in 1912 aan experimenten met oude ratten. Die zagen er slecht uit en hadden alle zin in seks verloren. Steinach meende dat zaadverlies daarvan de oorzaak zou kunnen zijn. Hij bond daarom hun zaadleiders af. De effecten sterkten hem in zijn misvatting. De dieren kregen meer haar en werden agressiever en geiler. Bovendien leefden ze langer dan hun niet geopereerde soortgenoten.
Op 1 november 1918 verrichte Steinach de eerste vasectomie bij een mens. Een afgebrande Weense arbeider, Anton W., onderging als eerste een dubbele onderbinding van zijn zaadleiders. Na twee maanden begon de man op te knappen, kreeg weer steviger spieren en kon zijn werk hervatten. Dit nieuws ging als een lopend vuurtje rond in kringen van oudere invloedrijke heren. Vele beroemde mannen lieten hun zaadleiders afbinden. Onder hen was ook Sigmund Freud. Hij schreef enthousiaste brieven over het effect aan zijn vriend Fliesz. Tegenwoordig heeft de operatie deze werking niet meer. De zevenhonderdduizend mannen die sinds 1971 op deze wijze geholpen zijn hoor je er tenminste niet over. In ieder geval heeft zo’n drie procent er spijt van.
Niet alleen vasectomie was populair. Daarnaast werden op grote schaal extracten van honden- en apenteelballen ingespoten. Met apenbaltransplantaties werd de Rus Serge Voronoff wereldberoemd. Hij sneed ze in plakjes en bracht ze in binnen de vliezige omkleding van de bestaande ballen. Omstreeks 1927 had hij naar schatting bij zo’n duizend mannen zulke transplantaten ingebracht. Tot zijn cliëntèle behoorden hoogleraren, architecten, schrijvers en industriëlen. Jarenlang schreven zij getuigschriften over hun jeugdig elan en potentie.
Tegenwoordig weten we dat dergelijke vreemde weefsels in een ommezien afgebroken worden. De gunstige effecten waren geheel te danken aan het placebo-effect. Ook is inmiddels bekend dat ratten die veel aandacht krijgen en vaker opgepakt worden gezonder zijn dan soortgenoten die emotioneel door hun verzorgers verwaarloosd worden.
Dat de suggestie van werkzame behandeling zo’n grote uitwerking op de mannelijke potentie heeft laat zien waar het verantwoordelijke mechanisme zetelt. Niet zozeer tussen de benen als wel tussen de oren. Om die reden hebben veel Oosterse mannen baat bij neushoornpoeder en tijgerbalsem. Spaanse macho’s eten veel cojones van vechtstieren. De andere oudere westerse mannen moeten het met Viagra doen. Het helpt allemaal. Wanneer je erin gelooft.