De geschiedenis van de Apartheid blijft grotendeels de geschiedenis van blanke oppressie en zwarte onderdrukking.

De zin hierboven lijkt logisch en oncontroversieel, gezien de gruwelijke en slepende gevolgen van het brute, onderdrukkende racistische regime, maar terwijl Zuid-Afrika zich verder heeft ontwikkeld sinds de eerste democratische verkiezingen en de bevolking zich meer en meer begint af te vragen waarom er niet meer gedaan wordt om de gevolgen hiervan aan te pakken, is het de vraag waarom er niet meer gekeken wordt naar andere aspecten van de recente geschiedenis in dit land.

We zijn inmiddels vier ANC-dominante verkiezingen verder, en het is duidelijk dat het land bestuurd wordt door een leiderschap met een andere kleur. Er is meer vrijheid, er zijn meer kansen voor ex-onderdrukte bevolkingsgroepen en op een puur representatief niveau is er veel verandering gebracht. Anders dan in andere ex-koloniale Afrikaanse landen lijkt de kans op een economisch en democratisch fiasco zeer klein. Het land blijft dominant in de regio, en dankzij de natuurlijke grondstoffen (goud!) weet Zuid-Afrika zich veel beter te handhaven in een anderszijds globale economische crisis.

Om te begrijpen waarom een kleine elite hiervan blijft profiteren terwijl de meerderheid er op achteruit gaat, is het belangrijk om naast de officiële Apartheid-geschiedenis ook de zwarte geschiedenis afzonderlijk te behandelen. Als je het nieuws hier goed volgt, begin je te merken dat de “struggle” van de anti-Apartheid strijders zich in het collectieve geheugen van de natie heeft gevestigd als een heroïsche mythe. Dit is logisch. Mandela, Mbeki, Zuma en talloze andere bevrijders van welke kleur of taalgroep dan ook waren moedige, belangrijke en inspiratie opwekkende figuren.

Maar Zuid-Afrika is nu een vrij land. Vraag 10 ANC stemmers waarom ze op hun partij blijven stemmen ondanks aantijgingen van corruptie en nepotisme, en 9 zullen het woord “struggle” laten vallen.

“We didn’t join the struggle to remain poor” is een uitspraak van een minister met zijn rug tegen de muur, veroordeeld wegens blatante corruptie. Dit is het huidige probleem binnen het Zuid-Afrikaanse leiderschap. Anti-Apartheid strijders hebben zich tijdens de eeuw durende segregatie en de evenlang durende strijd anders ontwikkeld dan hun mede-onderdrukte zwarte Zuid-Afrikanen. Het was en is een selecte groep die veel meer onderwijs, geld en macht heeft weten te verzamelen dan de rest van de zwarte bevolking. Tijdens de Apartheid was dit een onmisbaar wapenfeit, en het is nuttig gebleven in de eerste jaren na 1991.

Dit is allemaal logisch en belangrijk, maar binnen de huidige machtscultuur is het bijna taboe geworden om dit aan te strepen. De verdiende mythe begint een gevaarlijke superioriteitscultus te worden die moeilijk uit te roeien is, en totdat de klassenstrijd binnen de zwarte bevolking tijdens de Apartheid openlijk kan worden besproken zal er geen werkelijke transformatie optreden.

(Rik Moors, Kaapstad, augustus 2009)