ruud moors culturele concepten aflevering 16
Niets
“Niets’ is van oorsprong een naamvalsvorm van ‘niet’, dat in het Middelnederlands gevormd werd van het ontkennend element ‘ne’ (niet) en ‘iet’ of ‘iewet’ dat in het Oudnederlands als ‘iewiht’ gespeld werd. “Iewith’ is samengesteld uit de Oudnederlandse woorden ‘ie’ (elk) en ‘wiht’, een oude variant van ‘wicht’. De oorspronkelijke betekenis van ‘wicht’ is ‘schepsel’ of ‘ding’.
Tegenstellingen
Dat ‘niets’ pas in het Middelnederlands werd gevormd, betekent dat het een cultureel concept is. Het is een verzonnen concept. Er bestaat niet zoiets als niets. Het is ontstaan omdat de manier waarop wij dingen van elkaar onderscheiden onder anderen gebaseerd is op het maken van tegenstellingen. In het tweede hoofdstuk van de de Dao De Jing wordt dat als volgt verwoord:
- Wanneer iedereen mooi als mooi ziet,
ontstaat vanzelf het begrip lelijk.
Wanneer iedereen goed als goed ziet,
ontstaat vanzelf het begrip slecht.
- Aanwezig en afwezig veroorzaken elkaar.
Moeilijk en makkelijk veranderen in elkaar.
Lang en kort vormen elkaar.
Hoog en laag vullen elkaar aan.
Verhoudingen
Die tegenstellingen zijn overigens niet vaststaand. Iets is dik in verhouding tot iets dat als dun wordt gezien. Iets is hoog in verhouding tot iets dat als laag wordt gezien. Iets is klein in verhouding tot iets dat als groot wordt gezien. Dat betekent dat iets dat in de ene verhouding klein genoemd wordt, in een andere verhouding als groot gezien kan worden.
Relatief
De baby van een mens is klein in verhouding tot een volwassene, maar groot in verhouding tot een cavia. Die cavia is klein in verhouding tot een menselijke baby, maar groot in verhouding tot een mier. Klein en groot zijn dus geen objectieve maatstaven. Een volwassen mens is groot in verhouding tot een volwassen cavia maar klein in verhouding tot een volwassen olifant die weer klein is in verhouding tot een volwassen walvis.
Vergelijken
Het denken in tegenstellingen heeft invloed op hoe we de wereld zien. Omdat we in tegenstellingen denken, beschouwen we dingen niet op zichzelf. We geven er een aparte betekenis aan door dingen op die manier te vergelijken. We kennen een bepaalde waarde aan zaken toe doordat we ze met andere zaken vergelijken.
De maatstaf
Als we mensen met elkaar vergelijken, nemen we onszelf graag als maatstaf. Mensen die een kleiner bevattingsvermogen hebben dan onszelf geven we een lagere waardering omdat ze van ons afwijken. Mensen die een groter bevattingsvermogen hebben dan onszelf geven we vaak ook een lagere waardering omdat ze van ons afwijken. Dat komt omdat we mensen die we als tegengesteld aan onszelf beschouwen altijd als afwijkend van ons zelf zullen zien. Als we onszelf als maatstaf nemen, dan voldoen anderen niet als ze afwijken van de maatstaf die we van onszelf gemaakt hebben.
Neerkijken
Doordat we in tegenstellingen denken beschouwen we alles wat van ons afwijkt gemakkelijk als minderwaardig. Vandaar dat hoogopgeleiden vaak neerkijken op laagopgeleiden. Maar laagopgeleiden kijken vaak ook op hoogopgeleiden neer. Door bijvoorbeeld te vinden dat zo’n hoogopgeleide het ook maar hoog in de bol heeft, in tegenstelling tot henzelf.
Frictie
Hoe groter de tegenstellingen waarin mensen elkaar plaatsen, hoe minder waardering mensen voor elkaar zullen hebben en hoe meer frictie er tussen mensen zal ontstaan.
Waardering
Dat betekent ook dat hoe minder mensen elkaar als tegengesteld zien, hoe meer waardering mensen voor elkaar zullen hebben en hoe minder frictie er tussen mensen zal ontstaan.
Scheiding
Als ik denk dat wat ik denk de ultieme waarheid is en dat elke andere visie vanzelf een dwaling moet zijn, dan zal ik iedereen die iets anders denkt over de werkelijkheid dan ik als een dwaas zien, iemand die in onwaarheid leeft. Daardoor plaats ik mezelf boven die ander en plaats ik die ander onder mij. Door een strikte scheiding aan te brengen tussen waarheid en onwaarheid, ontstaat ook een scheiding tussen hoog en laag. Dat is een geconstrueerde scheiding, een cultureel concept.
Waarheid delen
Als ik ervan uitga dat wat ik denk voor mij waar is en dat wat een ander denkt voor die ander waar is, en dat we, door elkaars waarheid te delen, van elkaar kunnen leren, verklein ik de valkuil van het vergroten van tegenstellingen tussen mijzelf en die ander. In essentie beschouw ik die ander dan als gelijkwaardig aan mezelf.
Tegenstellingen
Dat betekent niet dat we niet in tegenstellingen mogen denken. Maar alleen dat we die tegenstellingen niet absoluut mogen maken. Tegenstellingen helpen om verhoudingen te kunnen duiden en hebben dus wel degelijk nut.
Groot en klein
Ten opzichte van een molshoop is een heuvel groot. Ten opzichte van een berg is een heuvel klein. Objectief gezien is een heuvel groot en klein tegelijkertijd. Het hangt er maar van af waar je een heuvel mee vergelijkt.
Norm
Als een berg zichzelf tot norm maakt zal hij de heuvel als klein beschouwen. Maar betekent dit dat de heuvel minder belangrijk is dan de berg? Als een molshoop zichzelf tot norm maakt zal hij de heuvel als aanstellerig groot beschouwen.
Hersenen
Is wat groot is belangrijker dan wat klein is? Dan zou een walvis het meest belangrijke zoogdier moeten zijn dat er is. Is het hebben van een relatieve grote herseninhoud belangrijker dan het hebben van een relatief kleinere herseninhoud? Dan is de octopus belangrijker dan de mens, niet alleen omdat hij in verhouding een grotere herseninhoud heeft, maar omdat hij ook in aantal meer hersenen heeft (een octopus heeft niet alleen hersenen in zijn hoofd maar elke arm heeft zijn eigen hersenen).
Geen mens zal een walvis of een octopus als belangrijker dan zichzelf zien. Hooguit als even belangrijk.
De superieure mens
De mens beschouwt zichzelf als het meest belangrijke zoogdier vanwege zijn vermogen om na te denken. En toch worden intellectuelen in veel samenlevingen buitengesloten en zelfs vervolgd. Dat komt omdat er met twee maten wordt gemeten. De mensheid wordt als superieur aan de rest van de dieren beschouwd vanwege zijn intellectuele capaciteiten, terwijl een individueel mens als een lastpak gezien kan worden vanwege zijn, in verhouding veel grotere intellectuele capaciteiten.
Dat is het grappige van culturele concepten. Consequent zijn ze zeker niet altijd.
Iets
Dat blijkt ook het het culturele concept ‘niets’. Zoals ik hierboven beschreef is het een ontkenning. ‘Niets’ is geen ding, geen schepsel. Met andere woorden ‘niets’ staat tegenover ‘iets’. Wat ‘niets’ ook is, het is ‘niet iets’. Maar toch wordt ‘niets’ vaak gebruikt alsof het ‘iets’ is.
Ontkenning
Ik hoorde een wetenschapper beweren dat er eerst ‘niets’ was en dat er uit dat ‘niets’ ‘iets’ ontstond. Alsof er uit ‘nooit’ een ‘ooit kan ontstaan, of uit een ‘nergens’ een ‘ergens’ verkregen kan worden. Alleen als ‘niets’ iets zou zijn, is het mogelijk dat er ‘iets’ uit ontstaat. Maar ‘niets’ kan niet ‘iets’ zijn, omdat het er de ontkenning van is.
Uitsluiting
En in tegenstelling met begrippen als ‘hoog’ en ‘laag’, hangt het benoemen van ‘niets’ en ‘iets’ niet af van datgene waarmee het vergeleken wordt. Een flat is hoog in verhouding tot een woonhuis, maar laag in verhouding tot een wolkenkrabber. Dat werkt niet met de begrippen ‘niets’ en ‘iets’. Die sluiten elkaar uit. Net zoals de begrippen ‘nooit’ en ‘ooit’ of de begrippen ‘nergens’ en ‘ergens’.
Nergens
Als je op zoek gaat naar ‘nergens’ zul je het nooit vinden. Want waar je ook heengaat, je zult je altijd ‘ergens’ bevinden en nooit ‘nergens’. ‘Nergens’ bestaat niet. Behalve als cultureel concept, verzonnen door mensen. Dat komt omdat we de neiging hebben om alles in tegenstellingen te zien. En daardoor hebben we zelfs tegenstellingen verzonnen waar ze helemaal niet zijn.
Er is niet zoiets als ‘niets’ dat tegenover ‘iets’ staat.
Bestaan
Er is alleen maar bestaan. Er is niet zoiets als niet-bestaan. Dat is ook logisch want als niet-bestaan zou bestaan, dan zou het deel zijn van het bestaan.
Alleen als abstract idee is dat ook zo.
Onbestaand
Dat is het absurde van culturele concepten. Hoe ongerijmd ook, als we ze bedenken bestaan ze. Dus ‘niets’ bestaat wel, maar alleen als idee, als cultureel concept, als een begrip dat we verzonnen hebben als tegenstelling van ‘iets’. Tegelijkertijd bestaat ‘niets’ niet, dat wil zeggen er is niet zoiets als ‘niets’ omdat als er zoiets als ‘niets’ zou zijn, ‘niets’ niet de ontkenning van ‘iets’ zou kunnen zijn. Als ‘niets’ als ‘iets’ wordt gezien ontstaat er immers een paradox. ‘Niets’ en ‘iets’ sluiten elkaar uit, ‘niets’ is immers letterlijk ‘niet iets’. Dus als ‘niets’ ‘iets’ zou zijn zou het zijn eigen ontkenning zijn.
En dan zou ‘niets’ geen enkele betekenis meer hebben.
Abstract idee
‘Niets’ kan alleen maar bestaan als het niet als ‘iets’ beschouwd wordt. Als abstract idee. Als cultureel concept. Als het krankzinnige idee dat het bestaan ontkend zou kunnen worden.
Alleen de mens is in staat tot zo’n gedachtekronkel.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: