ruud moors culturele concepten aflevering 17
Oorlog
Oorlog is van alle tijden en beperkt zich niet tot de menselijke soort. Ook bavianen en chimpansees voeren oorlogen met elkaar en zelfs mierenkolonies bestrijden elkaar soms op leven en dood. Zelfs het gebruik van wapens is niet voorbehouden aan de mens. Als chimpansees zich bedreigd voelen gooien ze met stenen naar degenen door wie ze zich bedreigd voelen.
Marcheren
Wat wel typisch is voor de menselijke soort is marcheren.
Bavianen marcheren niet naar het front. Als twee kolonies van bavianen elkaar bestrijden stormen ze ongeordend op elkaar af. Datzelfde geldt voor chimpansees. En ook mensen voerden allang oorlog voordat ze het marcheren uitvonden. Marcheren is typisch een cultureel concept.
Het leger
Aan het cultureel concept van marcheren gaat een ander cultureel concept vooraf. Het leger. Hoewel bavianen en chimpansees gezamenlijk strijden vormen ze, strikt genomen, geen leger. De hele groep, vaak inclusief vrouwen en kinderen, storten zich in het gevecht. De oorlog van de ene groep tegenover de andere groep gaat de hele groep aan. Iedereen vecht voor zijn eigen groep.
De hele groep
Dat geldt nog steeds voor groepen die zich bezighouden met verzamelen en jagen. Als de ene groep het territorium van de andere groep zonder toestemming binnenvalt zal de hele groep zich aangevallen voelen en zal de hele groep zich verdedigen. Iedereen die kan vechten wordt dan vanzelf krijger. Als je zo, door de omstandigheden, een ‘leger’ gaat vormen dan vecht je zonder een van tevoren uitgedachte structuur.
Gezamenlijk
Iedereen binnen zo’n groep verdedigt, zo zou je kunnen zeggen, zijn eigen hachje. En al die eigen hachjes samen vormen het gezamenlijke hachje. De leider wordt alleen gevolgd zolang hij of zij het vertrouwen van de rest van de groep behoudt. Een kleine fout op het slagveld kan fataal zijn.
Een leider
Ik zag ooit een documentaire over bavianen die oorlog voerden. De leider van de ene groep zette een kleine babybaviaan op zijn schouder voordat hij het gevecht inging, wellicht in een poging om te imponeren, maar in die aanval kwam dat kleintje om, waarop alle vrouwen uit de groep zich krijsend op de leider storten zodat hem niks anders restte dan zich uit de voeten maken.
Gelijke onder gelijken
Een inschattingsfout kan fataal zijn daar waar alle groepsgenoten samen vechten en allemaal evenveel belang hebben in het gevecht, waardoor de leider een gelijke onder gelijken is die alleen maar door zijn expertise als leider wordt geaccepteerd, op grond van autoriteit niet op grond van positie. Daardoor kan hij of zij die positie meteen verliezen als zijn of haar autoriteit niet meer erkend wordt.
Een beroepsleger
Hoe anders is dat in de ‘beschaafde’ wereld met zijn beroepslegers (ook een leger dat uit dienstplichtigen bestaat is een beroepsleger, al is een groot deel van de soldaten daartoe gedwongen). Daar bepaalt de positie die iemand inneemt zijn of haar leiderschap, zelfs als die persoon besluiten neemt waar de soldaten als ze die besluiten op moeten volgen er de dupe van zijn en ook weten dat ze daar de dupe van zijn. Hoe idioot de opdrachten van zo’n leider ook zijn, ze zullen moeten worden uitgevoerd.
Hiërarchie
Zo’n leider kan alleen maar worden afgezet door iemand die in positie boven die leider is gesteld. Dat betekent dat niet de expertise of de autoriteit van de leider bepalend is, maar dat diens positie bepaalt welke macht hij of zij binnen dat leger heeft. Het leger is derhalve veel meer gebaseerd op autoritair gedrag dan op autoriteit die op expertise is gebaseerd.
Waarom is dat zo?
Groepsbelang
Als een groep verzamelaars en jagers zich bedreigd voelt doordat hun territorium wordt binnengevallen, hebben alle leden van die groep evenveel belang in het verdedigen van dat territorium. Dat territorium behoort niet aan individuen maar aan de groep toe. Elk individu in zo’n groep verdedigt een gelijkwaardig deel van het groepsbelang.
Het belang van de overheid
Dat is anders in legers van natiestaten. Dat soort legers bestaan niet uit individuen die een gelijkwaardig deel van die natie bezitten. De individuen binnen dat soort legers verdedigen niet hun eigen belang maar het belang van degenen aan wie ze ondergeschikt zijn. Dat kan een koning of keizer met zijn hofhouding zijn of een president met zijn hofhouding. Datgene dat we kortweg de overheid noemen.
Abstracte belangen
Het belang van een soldaat in zo’n leger is gedeeltelijk de beloning die hij of zij krijgt in de vorm van soldij of eer en roem en het idee te vechten voor een hoger doel. Maar feitelijk vecht die soldaat voor abstracte belangen in een leger waar hij of zij uitsluitend gezien wordt als radertje in een machine.
Gezag en positie
Als in zo’n leger een leidinggevende incompetent blijkt te zijn dan kan de soldaat daar niet veel aan doen, behalve proberen een nog hoger geplaatste zover te krijgen dat die incompetente leidinggevende van zijn taak wordt ontheven. Het risico dat de soldaat die deze incompetentie aankaart daar zelf de dupe van wordt, is groot. Gezag binnen zo’n leger is niet gebaseerd op kunde maar op de positie die iemand inneemt. Blinde gehoorzaamheid aan de leidinggevende is in zo’n situatie cruciaal.
Blinde gehoorzaamheid
Die blinde gehoorzaamheid moet getraind worden. Ongehoorzaamheid, hoe logisch en begrijpelijk ook, dient te worden afgestraft. De soldaat dient getraind te worden in het zijn van een radertje in de machinerie. Hij of zij dient zijn of haar zelfbeschikkingsrecht volledig op te geven.
Daarom marcheren soldaten.
Gevaar
Voor het vechten hoeven soldaten helemaal niet te kunnen marcheren. In sommige gevallen is marcheren zelfs gevaarlijk. Als een grote colonne soldaten over een brug marcheert kan die brug instorten doordat het marcheren trillingen teweegbrengt die de structuur van de brug ondermijnen. Vandaar dat het marcheren meestal wordt onderbroken als een leger een brug overgaat. Het is niet handig als soldaten door hun eigen gestamp de brug waarover ze lopen doen instorten.
Vechtmachine
Als soldaten allemaal in gelijke uniformen synchroon marcheren zie je de individuele mens niet meer, doet die er niet meer toe. Die wordt als het ware onderdeel van een vechtmachine. Dat is niet alleen intimiderend voor degenen die zo’n vechtmachine op zich af zien komen, ook geeft het de individuen die deel uitmaken van die machine het gevoel er persoonlijk niet meer toe te doen.
Ontmenselijking
Marcheren ontmenselijkt de individuen die deel uitmaken van het leger, zoals ook uniformen dat doen. Dan doet het persoonlijke er niet meer toe. Dan wordt het persoonlijke opgeofferd voor iets anders. Voor het deel zijn van een groter geheel. Voor een zogenaamd hoger doel.
Pionnen
Dat doel heet dan vechten voor het vaderland of het moederland. Dat het vaderland of moederland een bedachte constructie is, doet er dan niet toe. Maar is dat ook het doel? Voor wie vecht zo’n leger eigenlijk? Vechten die individuen werkelijk voor een collectief belang of worden ze als pionnen ingezet in een oorlog die slechts de belangen van een kleine groep dient?
Autocratisch marcheren
Als landen willen laten zien hoe goed ze op oorlog zijn voorbereid dan laten ze hun legers in optochten marcheren. Dat gebeurt in autocratieën veel vaker en veel imposanter dan in democratieën. Het marcheren gaat in zo’ n autocratie nog strakker dan in een democratie. Aan de choreografie van het marcheren is af te lezen hoe vrij of onvrij de bevolking van een land is.
Helpt marcheren?
Vechten die soldaten dan ook beter dankzij dat marcheren? Het kan zijn dat die soldaten, omdat ze gewend zijn strikt te gehoorzamen, gewetenlozer vechten. Dat ze elke opdracht, hoe krankzinnig en moreel verwerpelijk ook, gewoon braaf uitvoeren. Maar maakt hen dat ook tot betere soldaten?
Marcheren anti guerrilla
Dat is de vraag. Rusland heeft geprobeerd om Afghanistan te veroveren. Dat is niet echt gelukt. Niet omdat de Afghaanse strijders beter konden marcheren, maar omdat die een guerrilla-oorlog voerden. Ze vochten juist niet in grote eenheden, werden niet centraal aangestuurd in het vechten en vochten voor hun eigen belangen niet die van de meesters van de oorlog. Of in ieder geval hadden ze dat gevoel.
Vechten voor de samenleving
Ik heb dienst geweigerd. Dat is niet omdat ik mijn samenleving niet wil verdedigen. Dat is omdat ik niet de kans wil lopen gebruikt te worden om anderen hun autonomie te betwisten, zoals het Nederlandse leger dat, na de tweede wereldoorlog, in Indonesië deed, met alle oorlogsmisdaden van dien. Ik ben wel degelijk bereid om te vechten voor de samenleving waar ik deel van uitmaak, maar niet in een leger waarin gemarcheerd wordt.
Vrijheid
Ik trek geen uniform aan. Ik marcheer niet. Ik vecht niet in opdracht. Vrijheid opgeven om vrijheid te verdedigen is met zichzelf in tegenspraak. Ik geef mijn vrijheid niet op.
Legers
Legers bestaan omdat legers bestaan. Er is geen enkele andere reden waarom er legers zouden moeten zijn. Legers zijn een cultureel concept. Degenen die legers promoten zijn degenen die legers gebruiken. Dat er legers zijn omdat er legers zijn is een wrange werkelijkheid. Een werkelijkheid die wij met zijn allen geschapen hebben. Die werkelijkheid is ook een cultureel concept.
Situatie
Oorspronkelijk bestonden legers niet. Als de ene groep de andere groep aanviel verdedigde die groep zich, zoals een individu zich verdedigt als hij of zij door een ander individu wordt aangevallen. In zo’n geval bepaalt de situatie dat iemand uit noodweer gaat vechten of vlucht als dat niet anders kan.
Altijd oorlog
Het bestaan van legers zorgt er voor dat er continu een situatie is waarin legers paraat moeten staan. Dan is er nooit een periode dat er geen oorlog is, zelfs niet als er niet gevochten wordt.
Psychopaten
Legers zijn nodig om de belangen van psychopaten te verdedigen en te bestrijden. Dat is het wrange. Landen beginnen geen oorlog. De leiders van landen beginnen oorlogen. Rusland is geen oorlog tegen Oekraïne begonnen, Poetin is die oorlog begonnen. Niet uit noodzaak. Oekraïne vormde geen bedreiging voor Rusland, maar uit hebzucht. Hebzucht naar meer macht en een groter gebied om over te heersen.
Kiezen
De soldaten die Oekraïne binnen zijn gemarcheerd zouden daar nooit zelf voor gekozen hebben. Het Russische volk zou, als het goed geïnformeerd was, ook nooit voor die oorlog gekozen hebben. Die oorlog kost hen namelijk alleen maar. Een oorlog is kostbaar, niet alleen aan materieel, maar ook door het verlies in mensenlevens.
Rijkdom en macht
De reden dat oorlogen gevoerd worden is omdat autocraten, hoe rijk en machtig ze ook zijn, nooit genoeg rijkdom en macht hebben om hun enorme honger naar macht en rijkdom te stillen.
De grens
Hoe ver dat gaat blijkt uit een retorische vraag die Poetin ooit gesteld schijnt te hebben: ‘Als er op de wereld geen plek meer is voor Rusland, waarom hebben we dan een wereld nodig?’ Ook vroeg hij ooit aan een kind waar de grens van Rusland ophoudt en zei, voordat dat dat kind een antwoord kon geven: ‘Nergens’.
Beschaving
Dat is waarom legers nodig zijn. Om de ambitie van autocraten om de hele wereld in bezit te nemen te weerstaan. Ook dat is een gevolg van de beschaving waar we soms, volslagen onterecht, zo trots op zijn. Want hoe is die beschaving ontstaan?
Heersers en onderdanen
Volgens Ge Hong, een Chinese wijsgeer uit de derde eeuw na Christus, ging dat als volgt: Degenen die sterk waren koeioneerden degenen die zwak waren totdat die zich aan hen onderwierpen en degenen die slim en sluw waren hielden degenen die dwaas waren voor de gek zodat die hen gingen dienen. Omdat degenen die zwak waren door degenen die sterk waren onderworpen werden ontstond het systeem van heersers en onderdanen; omdat degenen die dwaas waren de slimmen en sluwen gingen dienen, liet het volk zich door die slimmen en sluwen gebruiken. Zo zijn onderhorigheid en dienstbaarheid het gevolg van de strijd tussen degenen die sterk zijn en degenen die zwak zijn, en de onderwerping van degenen die dwaas zijn aan degenen die slim en sluw zijn.
Méér…
Dat is de reden waarom we in een cultuur leven waarin de tien rijkste mensen op aarde meer dan zes keer zoveel bezitten dan de armste drie miljard mensen samen. En nog steeds zijn die tien rijkste mensen niet verzadigd. Nog steeds streven ze naar meer. De rijkste één procent van de mensheid bezit nu al het grootste deel van de wereld. En nog steeds streven ze naar meer. Net zoals Poetin kennen ze geen grenzen aan hun hebzucht.
Hogere doelen
Zij zijn het die legers nodig hebben die marcheren. Het zijn die legers die zij kunnen inzetten voor hun belangen. Slim en sluw als ze zijn zullen ze ons proberen wijs te maken dat hun oorlogen hogere doelen dienen en zullen ze iedereen die tegen hen in opstand komt de mond proberen te snoeren. Door hun enorme rijkdom hebben ze die macht helaas ook vaak.
Ongelijkheid
Ongelijkheid is ook een cultureel concept.
Veranderen
En net zoals ieder ander cultureel concept kan ook dit cultureel concept worden veranderd. Maar dan moeten we ons niet meer door degenen met macht laten koeioneren en ons niet door degenen die sluw en slim zijn dienstbaar laten maken aan hun belangen.
Als legers marcheren om de belangen van heersers te dienen lijdt het volk. Altijd.
Alleen daarom al zouden we de belangen van heersers helemaal niet moeten willen dienen.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: