
ruud moors culturele concepten aflevering 21
Alleseter
Een mens is een omnivoor. Een alleseter. Dat betekent dat een mens alles dat niet giftig is voor zijn lichaam kan, en volgens zijn natuur, mag eten. Vrijwel geen enkel mens eet alles wat voor mensen eetbaar is. In bepaalde delen van China wordt veel gegeten wat in andere delen van de wereld niet gegeten wordt. Dat komt omdat die streken vaak langdurige periodes van schaarste hebben gekend, waardoor de bevolking gedwongen was alles wat eetbaar was als voedsel te gebruiken.
Tulpenbollen
Tulpenbollen zijn eetbaar. De bollen van narcissen niet. Daar kwam een klas middelbare scholieren achter toen een leerkracht hen wilden laten ervaren hoe erg de hongerwinter was door hen een maaltje tulpenbollen voor te zetten, maar zo slordig was om voor de bollen van narcissen te kiezen. Daar werden ze flink ziek van. De bollen van narcissen blijken niet eetbaar. Honger maakt rauwe bonen zoet. In de hongerwinter van 1945 aten mensen tulpenbollen, simpelweg omdat er nauwelijks ander voedsel was.
Taboes
Dat een mens een alleseter is betekent nog niet dat alles dat eetbaar is gegeten mag worden. Wat gegeten mag worden hangt van de groep af waartoe men behoort, en van de situatie waarin men zich bevindt. In verschillende groepen zijn verschillende soorten voedsel taboe. De reden waarom een bepaalde voedselsoort taboe is, is vaak niet meer te achterhalen. Vandaar dat taboes vaak met rationalisaties gepaard gaan.
Foetusvruchten
Pythagoras, die wij vooral als wiskundige kennen, was ook een soort goeroe met volgelingen die zich naar zijn inzichten schikten. Hijzelf en zijn volgelingen aten geen bonen of peulvruchten, omdat bonen en peulvruchten op foetussen leken. Het zou natuurlijk kunnen dat Pythagoras niet van bonen en peulvruchten hield (zoals veel mensen een specifieke hekel aan bepaald voedsel hebben). Die weerzin tegen peulvruchten maakte hij taboe door de vage gelijkenis tussen peulvruchten en foetussen als argument te gebruiken voor een taboe op dat voedsel.
Koeien, varkens, honden
Welk eten taboe is hangt niet af van de voedzaamheid van dat eten, maar is een cultureel concept. Het eten van koeien, dat bij Hindoes taboe is, mag door Moslims, Joden en Christenen wel. Het eten van varkens, dat bij Joden en Moslims taboe is, mag door Hindoes en Christenen wel. Het eten van honden, dat in Europa taboe is, mag in China wel.
Oorzaken van taboes
Hoe die culturele eetverschillen zijn ontstaan is vaak niet meer te achterhalen. Zoals Pythagoras bonen taboe verklaarde, wellicht omdat hij ze niet lustte, zo kan een stamleider ooit verklaard hebben dat varkens taboe zijn, omdat hij geen varkensvlees lustte, of omdat zijn stam geiten en schapen hield en een vijandige stam varkens, en hij besloot dat alles wat van die vijandige stam kwam taboe moest zijn. We weten het niet en kunnen er allen naar gissen. De oorzaak van dat taboe is onduidelijk en zal dat wellicht ook altijd blijven.
Kip
Dat een varken onrein genoemd wordt, betekent nog niet dat een varken ook onrein is. Wel kan er een periode zijn geweest waarin varkens de pest hadden, daardoor oneetbaar waren en terecht als ‘onrein’ gezien werden. Dat wil zeggen niet schoon van ziektekiemen. Zo is het eten van kip voor mijn echtgenote ‘taboe’ omdat kippen vaak salmonella verspreiden en vanwege de bio-industrie. Om dezelfde reden eet ze ook liever geen eieren.
Logisch klinkende verhalen
Er hoeft helemaal geen logische oorzaak te zijn van eettaboes. Dat is duidelijk als bepaalde taboes uit het niets ontstaan. Het verhaal waarmee een eettaboe in leven wordt geroepen, hoeft alleen maar logisch te lijken. Als dat taboe dan eenmaal zijn intrede heeft gedaan, is het vrijwel onmogelijk om degenen die zich aan dat taboe onderwerpen duidelijk te maken dat dat taboe nergens op gebaseerd is.
Rauw voedsel
Rauw voedsel heet, in sommige kringen, gezond te zijn. Die ‘gezondheid’ komt voort uit de ‘natuurlijkheid’ van rauw voedsel. Oorspronkelijk kenden de mens geen vuur en werd voedsel niet op vuur bereid. Dat is de basisaanname waaruit geconcludeerd wordt dat rauw voedsel het oorspronkelijke voedsel van de mens is. En dat wat oorspronkelijk is, natuurlijker is dan wat niet oorspronkelijk is, is een basisaanname die veel mensen logisch in de oren klinkt.
Natuurlijk
De conclusie die getrokken wordt is dat we weer terug moeten naar die oorspronkelijke natuurlijkheid en dus al ons voedsel weer rauw tot ons moeten nemen. Voor veel mensen is dit een aannemelijke redenatie. Dus stappen ze over op rauw voedsel en eten ze, uit principe, geen voedsel meer dat door middel van warmte of vuur is bereid. Dat voedsel wordt dan, als het ware, taboe. Omdat het niet ‘natuurlijk’ zou zijn. Alsof het vuur het ‘onrein’ gemaakt zou hebben.
Voedselbewerking
Het is de natuur van de mens om cultuur te scheppen. Onze cultuur maakt deel uit van de natuur. Het bereiden van voedsel door middel van vuur komt in vrijwel alle culturen voor. Wellicht zijn de Inuit de enige uitzondering. Die eten hun voedsel of rauw, of ze bewerken dat voedsel op andere manieren (door het bijvoorbeeld te laten ‘rotten’ zodat ze de maden rauw op kunnen eten). Maar los van de Inuit zijn er geen culturen waarin het eten van rauw voedsel de norm is.
Subcultuur
Alleen in een subcultuur in het rijke westen is het eten van rauw voedsel norm geworden. Vreemd. Wat zegt het over onze cultuur dat zo’n extreme voedselsubcultuur ook maar enigszins succes kan hebben. Wat zijn de argumenten tegen het eten van voedsel dat met vuur is bereid?
Oorspronkelijkheid
Het belangrijkste argument is dat het eten van rauw voedsel natuurlijker zou zijn. Die natuurlijkheid wordt aangetoond door te wijzen op de oorspronkelijkheid van het eten van rauw voedsel. Maar als het de bedoeling is om oorspronkelijkheid na te streven omdat dat natuurlijker zou zijn, hoe kan het dan dat de mensen die al hun voedsel rauw eten wel in huizen wonen? Oorspronkelijk woonden mensen niet in huizen, dus het wonen in huizen is niet natuurlijk. Dat wil zeggen, volgens de aanname dat wat oorspronkelijk is ook natuurlijker is.
Consequent?
Ook lopen de mensen die voor rauw voedsel kiezen niet allemaal in hun blootje. Dat deed de mens natuurlijk van oorsprong wel. Het voedsel dat ze eten of drinken mixen ze vaak in een blender. Dat deed de mens van oorsprong niet. Ook rijden de mensen die rauw voedsel verkiezen vaak in auto’s, nemen de bus of de trein of zelfs het vliegtuig. Als natuurlijk leven op de manier van de oorspronkelijke mens je doel is, is dat natuurlijk niet erg consequent.
Logica
Feitelijk wordt daarmee al aangetoond dat de eetcultuur waarbij voedsel alleen maar rauw gegeten mag worden, niet gebaseerd is op een consequente logica.
Mythe
Wanneer leefde de ‘oorspronkelijke’ mens, de mens waar wij van afstammen? Kende die mens geen vuur? Bereidde die mens zijn voedsel niet met behulp van vuur? Is die oorspronkelijke mens waar naar verwezen wordt niet gewoon een mythe?
Energie
Wij hebben relatief grote hersenen. Die grote hersenen hebben veel energie nodig. Meer dan twintig procent van alle energie die ons lichaam gebruikt gaat naar de hersenen. Dat is veel. Bij dieren die alleen rauw voedsel delen is dat veel minder. Rauw voedsel levert namelijk veel minder energie op dan voedsel dat door middel van vuur bereid is.
Vuur – energie- hersenen
Doordat de mens vuur is gaan gebruiken om voedsel te bereiden, werd dat voedsel veel makkelijker verteerbaar, waardoor het ook veel meer energie opleverde. Daardoor kregen we een overschot aan energie. Dat overschot zorgde ervoor dat de hersenen meer energie konden gebruiken. Daardoor werden onze hersenen groter. Dat veranderde onze soort in de mens die we nu zijn.
De ontdekking van het vuur
Als we ons voedsel nooit door middel van vuur verteerbaarder voor onze darmen hadden gemaakt waren we nooit de mensensoort geworden die we nu zijn. Met andere woorden: de oorsprong van ons menszijn ligt in de ontdekking van het vuur en hoe dat te gebruiken voor het bereiden van voedsel.
Cultuur en natuur
Dat verzin ik niet zelf. Ik hoorde dat door een wetenschapster beweren. Het leek mij een heel plausibele bewering. Het past ook in het idee dat het de natuur van de mens is cultuur te creëren. Onze cultuur is daarmee onderdeel van de natuur en er zeker niet mee in tegenspraak.
Geloof in natuurlijk voedsel
Ik denk dat rauw eten niet gezond is. Als culturele variatie zal het geen lang leven beschoren zijn. Macrobiotisch eten wordt, bij mijn weten, ook nauwelijks meer gedaan. Ook dat was een geloof in natuurlijk voedsel dat uiteindelijk uitermate ongezond bleek. Maar degenen die er zich aan over gegeven hadden, hielden het wel lang vol, omdat ze erin bleven geloven, ook al zag hun omgeving hoe ze magerder en grauwer werden omdat ze veel te eentonig aten.
Voedselreligie
Opvallend is dat dit soort voedselreligies vooral in rijke landen succesvol zijn. Alsof mensen die meer dan genoeg te eten hebben, behoefte krijgen aan strengere eettaboes.
Luxe
Als je echt honger hebt volg je vanzelf de natuur van de mens. Dan eet je alles wat ook maar enigszins eetbaar is, hoe het ook is bereid. Daaruit zou je de conclusie kunnen trekken dat eettaboes altijd uit een zekere luxe ontstaan.
Kat of duif
Als ik echt honger zou hebben, zou ik kat eten of duif, gestoofd met wat tulpenbollen gelardeerd met de blaadjes en de bloemen van een paardenbloem. Maar omdat ik niet echt honger heb eet ik geen kat, duif, tulpenbollen en paardenbloemen.
Ik kan het me veroorloven om eettaboes te hebben.
Cultuur
In de cultuur waar ik deel van uitmaak eten we geen katten, duiven, tulpenbollen en paardenbloemen. Dus doe ik dat ook niet. Niet omdat dat niet natuurlijk zou zijn, maar omdat het niet tot de cultuur behoort waar ik deel van uitmaak.
Concepten
Wat we eten en wat we niet eten wordt voor een groot deel door culturele concepten bepaald, niet door wat op een natuurlijke wijze eetbaar is en wat niet.
Wat eet je?
Dat wil zeggen dat als iets eetbaar is er geen natuurlijke reden is om het niet te eten. Of we iets wat eetbaar is ook daadwerkelijk eten of niet wordt cultureel bepaald.
Ruud Moors’ eerdere wekelijkse bijdragen aan dit magazine vind je hier: